24065 |
rouwkrans |
krans:
krants (L271p Venlo)
|
De krans die op de kist wordt gelegd [krants]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20446 |
rouwsluier |
rouwvoile:
rouwfael (L271p Venlo)
|
een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)]
III-2-2
|
28078 |
roven |
roven:
rǫwvǝ (L271p Venlo),
uitroven:
ūtrø̜jvǝ (L271p Venlo)
|
Het nemen van honing door bijen bij andere volken. Bepaalde bijen zijn roofziek van aard en zij proberen honing te bemachtigen overal waar ze die kunnen aantreffen. De aangevallenen proberen de woning wel te verdedigen maar lang niet altijd lukt dat. Overwinnen de rovers, dan wordt heel de korf of kast leeggedragen. Roven kan leiden tot veldslagen tussen bijenvolken, waarbij niet veel bijen overleven. [N 63, 67a; N 63, 67b; Ge 37, 95]
II-6
|
21330 |
royaal |
gul:
gul (L271p Venlo),
göl (L271p Venlo),
royaal (<fr.):
rejaal (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
riejaal (L271p Venlo),
royaal (L271p Venlo),
scheuts:
Van Dale: scheutig, 2. gauw geneigd geld of iets anders te geven, onbekrompen, vrijgevig.
scheuts (L271p Venlo)
|
gul [SGV (1914)] || ribbel (= gul, gezegd van een mens Kent u dit woord in de betekenis die er achter staat? [DC 26 (1954)] || royaal [DC 02 (1932)] || welgemeend, uit het hart komend [gul, hartelijk, vriendelijk] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
24524 |
rozenbottel |
timpelteer:
tippeltêrs (L271p Venlo),
timpelteertje:
tippeltartjes (mv.) (L271p Venlo)
|
rozebottel || rozenbottel [SGV (1914)]
III-4-3
|
23721 |
rozenhoedje |
rozenkrans:
roeezekrans baeje (L271p Venlo)
|
Een Rozenhoedje (waarbij men 1 maal het bidsnoer langs gaat). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23716 |
rozenkrans |
rozenkrans:
roeezekrans (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
De rozenkrans, het bidsnoer [bid-vr-ons?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23722 |
rozenkransgebed |
drie keer beden:
dreej kier baeje (L271p Venlo)
|
Het Rozenkransgebed (hierbij gaat men 3 maal het bidsnoer langs) . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23730 |
rozenkransmaand |
rozenkransmaand:
roeezekransmaond (L271p Venlo)
|
De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20846 |
rozijn |
krent:
WLD
krint (L271p Venlo),
rozijn:
reziene (L271p Venlo),
Verklw. rezienke
rezien (L271p Venlo),
WLD
rezien (L271p Venlo),
rəzīēn (L271p Venlo)
|
Een gedroogde druif (rozijn, serzijn). [N 82 (1981)] || rozijn
III-2-3
|