20171 |
verwantschap |
familie:
femilie (L271p Venlo),
fəmīēlĭĕ (L271p Venlo),
verwantschap:
verwantschap (L271p Venlo)
|
het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
19779 |
verwarmen, stoken |
stoken:
staoke (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
stoken [DC 35 (1963)]
III-2-1
|
24497 |
verwelken |
verflensen:
verflensen (L271p Venlo),
verleppen:
WLD
verleppe (L271p Venlo),
verslakken:
WLD
vərslàkkə (L271p Venlo),
vərslèkkə (L271p Venlo),
verslakkeren:
verslakkere (L271p Venlo),
verwelken:
WLD
verwelke (L271p Venlo)
|
Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)] || verwelken || Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24555 |
verwelkt |
verslakkerd:
verslakkert (L271p Venlo),
verwelkt:
WLD
vəerwèlk (L271p Venlo)
|
Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20304 |
verwend kindje |
door en door verwend:
door en door verwind (L271p Venlo),
papkindje:
pàpkĭĕntjə (L271p Venlo)
|
een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21795 |
verwensen |
verwensen:
verwinse (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
vərwinsə (L271p Venlo)
|
iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
23179 |
verwoed kaarter |
kaartmoer:
kaartmoor (L271p Venlo)
|
Kaartmaniak.
III-3-2
|
28483 |
verzegeld broed |
toe broed:
tu brōt (L271p Venlo)
|
Gesloten broed. Het stadium van het broed waarbij de larf volgroeid is. De cel wordt door de werkbijen afgedekt met zegelwas. De larf kan zich gaan verpoppen. [N 63, 25b; N 63, 20a; N 63, 23d; N 63, 23a]
II-6
|
28650 |
verzegelde honing |
verzegelde honing:
verzegelde honing (L271p Venlo)
|
Honing uit een verzegelde raat. Ten aanzien van het woordtype rijpe honing merkt de informant uit L 333 op dat men, wanneer een raampje voor twee-derde verzegeld is, de honing rijp mag noemen. [N 63, 114a; N 63, 113a; monogr.]
II-6
|
28479 |
verzegelen |
verzegelen:
vǝrzēgǝlǝ (L271p Venlo)
|
Het sluiten van de cellen door de werkbijen met een dekseltje van was. Dit sluiten of verzegelen gaat onmiddellijk vooraf aan het poppestadium van de larven. [N 63, 23a; Ge 37, 71]
II-6
|