25201 |
volle maan |
volle maan:
volle maon (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
vòllə maon (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
volmaan:
vol maon (L271p Venlo)
|
schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25285 |
volle maat |
oliemaat:
aoliemaot (L271p Venlo)
|
volle maat
III-4-4
|
24271 |
volop veren krijgen |
veren:
vaere (L271p Venlo),
vlugger worden:
flokker (L271p Venlo)
|
volop veren krijgen (vluggen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
34304 |
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) |
beer:
biǝr (L271p Venlo),
bīr (L271p Venlo)
|
De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
20313 |
volwassen, volgroeid |
volwassen:
volwasse (L271p Venlo),
vólwàssə (L271p Venlo)
|
volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwassen, volslagen] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19412 |
vonk |
vonk:
vônk (L271p Venlo),
Verklw. vunkske
vónk (L271p Venlo)
|
Brandend of gloeiend deeltje dat ergens afvliegt (kester, vonk, geinster, sprankel, kleister) [N 79 (1979)] || vonk
III-2-1
|
20174 |
voogd |
momber:
verouderd
momer (L271p Venlo),
voogd:
voog (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo)
|
iemand aan wie door de wet, de rechter of bij testament de taak is opgedragen om voor de belangen van de minderjarige kinderen te zorgen en hen te vertegenwoordigen i.p.v. de ouders [voogd, mommer, momber, mombaar, toeziender] [N 87 (1981)] || voogd [SGV (1914)]
III-2-2
|
18963 |
voor de gek houden |
foppen:
fóppə (L271p Venlo),
kloten:
kloëte (L271p Venlo),
vernachelen:
vərnággələ (L271p Venlo),
verneuken:
verneuke (L271p Venlo),
vərneukə (L271p Venlo),
voor de gek houden:
veur de gek halde (L271p Venlo)
|
op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden [foppen, kullen, vernachelen, verpieren, bekeukelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21754 |
vooraanstaande |
notabele:
nootáábələ (L271p Venlo),
vooraanstaande:
veuraanstaond (L271p Venlo)
|
een persoon van veel betekenis in een plaats [peris] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23724 |
voorbidden |
voorbeden:
veurbaeje (L271p Venlo),
vuurbaeje (L271p Venlo)
|
Voorbidden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|