e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L271p plaats=Venlo

Overzicht

Gevonden: 7326
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boorsel boorsel: bǭrsǝl (Venlo) Het fijne houtstof dat tijdens het boren uit het boorgat te voorschijn komt. [N 53, 181; monogr.] II-12
boorvijl boorvijltje: bǭrvilkǝ (Venlo) Vijl waarmee de snijdende delen van een boorijzer worden aangescherpt. Het blad van de boorvijl kan plat, driehoekig of rond zijn. Ronde vijltjes worden voor het slijpen van slangboren en lepelboren gebruikt. Zie ook het lemma ɛzaagvijlɛ in de paragraaf over het onderhoud van de zaag.' [N 53, 179] II-12
boos kwaad: kwaod (Venlo, ... ), kwaod zien (Venlo), kwaot (Venlo), kwoad (Venlo), vuil: vōēl (Venlo) 01; kwaad [SGV (1914)] || boos, kwaad ten gevolge van een belediging [kwaad, boos, vuil] [N 85 (1981)] || kwaad III-1-4
boosaardig paard kreng: kreŋ (Venlo) Onbetrouwbare paard dat onverwachts slaat en bijt. Gewoonlijk legt het daarbij de oren in de nek en laat het wit van zijn ogen zien. [JG 1a; N 8, 62o] I-9
boot(je) boot(je): bōēət (Venlo), roeiboot(je): roeiboêt (Venlo), zeilboot: zeilboêt (Venlo) een klein open vaartuig met riemen of zeil voortbewogen [boot, schuit] [N 90 (1982)] III-3-1
bord telder: telder (Venlo), einen telder soep: een bord soep Verklw. telderke  telder (Venlo) bord [Roukens 03 (1937)] III-2-1
bordenrek, schotelrek telderrek: telderrek (Venlo) rekje aan de wand waarop bordjes of sierbordjes worden geplaatst (teerekske) [N 20 (zj)] III-2-1
borderel houtlijst: hǫltlīs (Venlo) Lijstje waarop de maten staan genoteerd, bijvoorbeeld wanneer hout met behulp van de smetlijn afgetekend moet worden. [N 53, 204c] II-12
borduren borduren: bordure (Venlo) Manier van handwerken waarbij met de naald figuren of bloemen in of op een stof worden vervaardigd (borduren, festonneren) [N 79 (1979)] III-1-3
boren boren: bǭrǝ (Venlo) [N 53, 180a; monogr.] II-12