17578 |
borstelig haar |
borsteltjes:
börstelkes (L271p Venlo),
pinhaar:
pinhaor (L271p Venlo),
steekhaar:
staekhoar (L271p Venlo),
stekelhaar:
stikkelhoar (L271p Venlo),
varkenshaar:
verkeshoar (L271p Venlo)
|
borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17631 |
borsten |
bollen:
böl (L271p Venlo),
memmen:
memme (L271p Venlo),
memmetjes:
memkes (L271p Venlo),
tieten:
tīēte (L271p Venlo)
|
borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1961)], [N 10c (1995)]
III-1-1
|
17765 |
borstkas |
borst:
bors (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
bórs (L271p Venlo),
borstkas:
borskas (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
bórskàs (L271p Venlo)
|
borst(kas) [SGV (1914)] || Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
33988 |
borstnet |
borstnet:
bǫrsnet (L271p Venlo)
|
Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b]
I-10
|
33969 |
borstriem |
borstriem:
bǫrsrēm (L271p Venlo),
trekriem:
trękrēm (L271p Venlo),
trekzeel:
tręk˲zēl (L271p Venlo),
zeel:
zeel (L271p Venlo)
|
Leren riem van het borsttuig die voor de borst van het paard zit. Zie ook opmerking onder lemma Borsttuig. [N 13, 52]
I-10
|
18400 |
borstrok |
borstrok:
borsrok (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
gebreid van jaeger
borsrok (L271p Venlo),
hemdrok:
haemprok (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo)
|
borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] || Borstrok. Is in uw dialect een algemeen woord bekend voor borstrok? Bedoeld wordt het warme kledingstuk dat over het hemd wordt gedragen? [DC 62 (1987)] || hemdrok
III-1-3
|
18603 |
borstrok (voor mannen) |
borstrok:
borsrok (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
hemdrok:
gemaakt van jaeger of katoen
haemprok (L271p Venlo)
|
borstrok voor mannen [N 25 (1964)] || Mannenborstrok. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18602 |
borstrok (voor vrouwen) |
borstrok:
borsrok (L271p Venlo),
gemaakt van flanel
borsrok (L271p Venlo),
onderbloes:
onderbloes (L271p Venlo)
|
Vrouwenborstrok. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18248 |
borstspeld |
broche (fr.):
bros (L271p Venlo)
|
speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18323 |
borststuk van een schort |
lijfje:
liefke (L271p Venlo)
|
borststuk, bovenste deel, ~ van een schort [boezem] [N 24 (1964)]
III-1-3
|