18309 |
broeksriem |
boksenband:
bóksenband (L271p Venlo),
boksenriem:
bôkse-reem (L271p Venlo),
buikband:
boekband (L271p Venlo),
riem:
hae heel zien bóks op mit enne laeren reem (L271p Venlo),
hè heel zien bôks op mit ennə laere reem (L271p Venlo)
|
band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] || Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)]
III-1-3
|
18551 |
broekzak achter |
achtertas:
achtertès (L271p Venlo),
kontentas:
(Zie ook afb. p. 172).
kóntetes (L271p Venlo),
kontentasje:
kóntetèske (L271p Venlo),
vottas:
vot-tes (L271p Venlo),
vottentas:
votte tes (L271p Venlo),
vottetès (L271p Venlo),
vottentasje:
votteteske (L271p Venlo),
vottetèske (L271p Venlo)
|
achterzak van broek || de achterzak [N 59 (1973)] || zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18549 |
broekzak opzij |
boksentas:
bokstetes (L271p Venlo),
bóksetes (L271p Venlo),
bókstetès (L271p Venlo),
bôksetes (L271p Venlo),
bôkstetès (L271p Venlo),
zijtas:
zie-tes (L271p Venlo)
|
broekzak || broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)] || de broekzak opzij [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18550 |
broekzak voor |
steektas:
staektes (L271p Venlo),
steak-tes (L271p Venlo)
|
steekzak || zakken voor in broek, i.p.v. opzij (steekzak?) [N 59 (1973)]
III-1-3
|
20335 |
broer |
broer:
breur (L271p Venlo),
broor (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
bror (L271p Venlo),
brōōr (L271p Venlo),
brôr (L271p Venlo)
|
broeder [DC 05 (1937)] || broer [DC 03 (1934)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
20160 |
broers en zusters (coll. niet gebruiken |
kinderen:
kinderen (L271p Venlo)
|
zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05]
III-2-2
|
33900 |
brokkelhoef |
brokkelhoef:
brǫkǝlhōf (L271p Venlo)
|
Een hoef met wanden die zeer bros zijn en gemakkelijk afbrokkelen. In de hoornwand zijn kloven. Als het paard moet beslagen worden, is het moeilijk de ijzers goed vast te nagelen. [N 8, 90u]
I-9
|
24307 |
brommen, zoemen van een insect |
brommen:
brômme (L271p Venlo),
o bijna oo
bromme (L271p Venlo)
|
brommen [SGV (1914)]
III-4-2
|
22586 |
bromtol |
bromdop:
bromdop (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
huildop:
huuldop (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
hüldop (L271p Venlo),
I. Alleen van blik;
huuldop (L271p Venlo),
{z. toel.}:
Nooit gehoord.
/ (L271p Venlo)
|
Bromtol. || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. I. als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [DC 24 (1953)], [DC 24 (1953)] || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. II. als deze van blik en bontgekleurd is? [DC 24 (1953)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
24948 |
bron |
bron:
bro͂n (L271p Venlo),
brón (L271p Venlo),
brôn (L271p Venlo),
brôon (L271p Venlo),
brōn (L271p Venlo),
ein bron (L271p Venlo),
kwel:
kwél (L271p Venlo),
sprong:
sprung (L271p Venlo),
sprøŋk (L271p Venlo),
wel:
wèl (L271p Venlo),
wél (L271p Venlo)
|
bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)] || Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I]
I-8, III-4-4
|