e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
driftig lopen driftig lopen: driftig (Venlo), fieteren: fietjaere (Venlo), rennen: renne (Venlo) lopen: driftig lopen [op ne staog loope] [N 10 (1961)] III-1-2
drijftol dop: dop (Venlo, ... ), Dit woord durf ik alleen maar tegen ouderen te gebruiken. Jongeren kennen dit waarschijnlijk niet. Zelf heb ik het nooit gedaan.  dop (Venlo), meervoud is "döp  dop (Venlo), eierdopje: recht met boven in de kop een kuiltje (poetje)  eierdöpke (Venlo), elswijker: elswiekker (Venlo), paddestoelvormig, vanonder de kap tot halverwege de steel gepoefd, beneden een buikvormige verdieping  elswieker (Venlo), kokkerel: koekerel (Venlo), ruitentikker: roetentikker (Venlo), ein klein model {dop] noemt men toetentikker [ruitentikker] omdat men hem ver weg kon zwepen en dikwijls ruiten kapot maakte  roetentikker (Venlo), gewoon paddestoelmodel  rōētetikkər (Venlo), smikkendop: smikkendop (Venlo), zeikton: 1. Giervat.  zeiktón (Venlo), met poeven rondom, licht sferisch aan de kanten  zeiktôn (Venlo) / [SND (2006)] || 2. Tol in tonnetjesmodel, spits naar beneden toe lopend. || drijftol [SGV (1914)] || Drijftol. || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [tol] [DC 24 (1953)] || Tol (speelgoed). || Tol. III-3-2
drijfvoeren drijfvoeren: drīfvōrǝ (Venlo) Het voeren dat gebeurt, wanneer men de bijen tot het zetten van broed wil prikkelen. Wanneer de bijen nog behoorlijk in het voer zitten, hoeft de imker zich nergens om te bekommeren en kan hij het drijfvoeren laten. [N 63, 110c; Ge 37, 196] II-6
drijfwiel rad: rāt (Venlo) Het grote ronddraaiende deel of wiel van het spinnewiel dat wordt aangedreven door middel van de trede en koppelstang en dat door middel van snaar en trendel zorgt voor het draaien van de vleugel en de klos. [N 34, B6] II-7
drijfzand drijfzand: driefzand (Venlo), driefzànt (Venlo), driêfzand (Venlo), driëfzand (Venlo), drīēfzand (Venlo), drīēfzánt (Venlo), modder: modder (Venlo), papieren zoldertje: pəpeerə zöldərkə (Venlo) drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)] III-4-4
drijven afjagen: āfjāgǝ (Venlo) Het verwijderen van bijen uit de woning door middel van kloppen, borstelen, stoten en afjagen op een korf met nest, met het doel honing te oogsten. [N 63, 98a; monogr.] II-6
drinkbak voor de kippen drinkbak: dreŋkbak (Venlo), waterbak: wātǝrbak (Venlo) De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c] I-6
drinken blussen: blusse (Venlo, ... ), de dorst verslaan: den dòrs verslaon (Venlo), drinken: drinke (Venlo, ... ), drinken (Venlo), driŋə (Venlo), lessen: lesse (Venlo), lessə (Venlo), lèsse (Venlo), paven: pave (Venlo), smeren: smaere (Venlo), tetteren: tettere (Venlo), zuipen: volks  zoepe (Venlo) (flink) drinken || drinken [DC 03 (1934)] || drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)] III-2-3
drinken bij de zeug zuigen: zø̜i̯gǝ (Venlo) Het zuigen of drinken bij de zeug, gezegd van de big. [N 19, 21a] I-12
drinkglas bierglas: beerglaas (Venlo), glas: glaas (Venlo, ... ), glās (Venlo, ... ), Verklw. glaeske  glaas (Venlo), maatje: jenever  møͅtjə (Venlo), tuit: Verklw. tuutje  toèt (Venlo) drinkglas [RND] || drinkglas zonder voet [N 20 (zj)] || een glas (bier) || glas III-2-1