e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
enig kind einzig kind: einzig kind (Venlo), ensig kind (Venlo), enigst kind: innigs kint (Venlo) een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)] || enig kind III-2-2
enkel enkel: inkel (Venlo) enkel [SGV (1914)] III-1-1
enten enten: entə (Venlo), inte (Venlo) [RND 10] I-7
envelop envelop (<fr.): envellop (Venlo), énvəlóp (Venlo) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
epidemie epidemie: eepiĕdeemiĕ (Venlo), epedemie (Venlo) Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)] III-1-2
epistel epistel (<lat.): epistel (Venlo) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
er heet aan toegaan op de kist houwen: op de kis houwe (Venlo), spannen: spànnə (Venlo), spektakel: spektakel (Venlo) er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)] III-1-4
ereboog eerboog: ieerboag (Venlo), ereboog: ieereboag (Venlo), ieerenbaog (Venlo), ierebaog (Venlo), iereboog (Venlo), īrəbōͅx (Venlo), NB ierekrans: erekrans.  ierebaog (Venlo) De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] || Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Eerenboog. III-3-2
ereboog voor de jonge priester ereboog: iereboog (Venlo) De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] III-3-3
erf erf: ɛrəf (Venlo), hof: hōͅ.f (Venlo), plaats: plāts (Venlo), toeplaats: tuplāts (Venlo) I-7