e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fineerzaag fineerzaagje: finērzē̜xskǝ (Venlo) Zaagje met een aan beide zijden getand zaagblad, dat wordt gebruikt om fineerhout te zagen. Zie ook afb. 165. [N 53, 13a; N 53, 14; monogr.] II-12
fladderen fladderen: fladdere (Venlo, ... ), flodderen: flòdərə (Venlo) fladderen op gebrekkige wijze of bij korte beurten vliegen, gezegd van jonge vogels (flodderen, plodderen, plodden, vluggen, flaggeren, floddervleugelen) [N 83 (1981)] III-4-1
flamingoplant anthurium: -  anthurium (Venlo, ... ), vrouwentong: weinig gebruikt  vrouwetông (Venlo, ... ) Flamingoplant (anthurium scherzerianum) (kerstroos, rode vlag, flamingoplant, levensbloem). [DC 60a (1985)] III-2-1
flank lies: (mv)  lę̄zǝ (Venlo) Het gedeelte van de huid dat de flank bedekt. Volgens de informant van L 292 is het leer hiervan minder van kwaliteit maar zeer geschikt voor de binnenhaam. Zie afb. 1. [N 60, 3e; N 60, 3d; N 60, 247; N 36, 5; N 36, 4; N 36, 6b] II-10
flaphoed flambard (fr.): flambaar (Venlo), flambaer (Venlo), flaphoed: flaphood (Venlo) flambard (slappe vilthoed met brede rand) || flaphoed, slappe hoed met brede luifel [flambaar(hoed)] [N 25 (1964)] III-1-3
flauw flauw: flauw (Venlo, ... ), flets: flèts (Venlo), laf: làf (Venlo) niet zout of hartig smakend (meeps, laf, flauw, flets, fleps) [N 91 (1982)] III-2-3
flauwvallen bewusteloos worden: bewusteloos waere (Venlo, ... ), flauwvallen: flauw valle (Venlo, ... ), flauw viel (Venlo), flauw vállə (Venlo), neervallen: Hij viel neer (Venlo), van de gard gaan: dae geit van de gaert (Venlo), van de gaert gaon (Venlo), van de graat gaan: van de graot gaon (Venlo), van de sokken gaan: ... deh hae van de zök ging (Venlo), dae geit van de zök (Venlo), van de sök gaon (Venlo), van de zök gaon (Venlo), van de wereld af gaan: van de waereld zien (Venlo), van zijn stokje gaan: van zien stekske gaon (Venlo, ... ) Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] || duizelig worden, iemand die een harde slag op zijn hoofd heeft gekregen [N 07 (1961)] || het bewustzijn verliezen [DC 60 (1985)] || Wilt u het volgende zinnetje aanvullen: hij kreeg zon harde klap, hij viel ... neer. (buiten bewustzijn) [DC 60 (1985)] || zwijm: In onmacht, in zwijm vallen (bezwijmen, vallen, zwijmelen, zwinden, kwalijk worden). [N 84 (1981)] III-1-2
flensje eierkoekje: eierkukske (Venlo), eierkökske (Venlo), flensje: flensje (Venlo), flensjə (Venlo), flénsje (Venlo), (een nieuw woord)  flenske (Venlo), koekje: kukskə (Venlo), pannenkoekje: pànnəkukskə (Venlo), struifje: strūūfke (Venlo) flensje [SGV (1914)] || flensje; Hoe noemt U: Een dun pannekoekje, een flensje (struifje, koekje, flensje, broedertje) [N 80 (1980)] III-2-3
fles, maat van ong. 0,8 liter fles: (vloeistof).  flès (Venlo) de maat die een inhoud aangeeft van 0,8 liter [fles] [N 91 (1982)] III-4-4
flets flets: flets (Venlo), pips: pips (Venlo, ... ) Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] III-1-2