e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geld centen: sente (Venlo), geld: geld (Venlo), gɛlt (Venlo), xɛlṭ (Venlo), klamotten: Van Dale: klamot, klamodde, (gew.) 1. kluit, klont; - borrel; - 2. oorveeg; - 3. slons.  klamotte (Venlo), money (eng.): monny (Venlo), pegels: pegels (Venlo), poen: poen (Venlo) geld [RND] || Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] || geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
gele kwikstaart gele kwikstaart: gaele kwikstert (Venlo), gaële kwikstert (Venlo) kwikstaart, geel (16,5 blauwig-grijs boven, geel onder; met lang wiebelstaartje; zomervogel; in weiland en korenvelden; er bestaat ook nog grotere uitgave die langs beekjes huist en zeldzaam is [N 09 (1961)] || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)] III-4-1
gele lupine lupinebonen: lǝpinǝbǭnǝ (Venlo), lupinen: lǝpīnǝ (Venlo) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gele narcis gele narcis: ook: poasbloom (soms)  gele narcis (Venlo), paasbloem: paosbloom (Venlo), -  paosbloom (Venlo), paoschbloomen (Venlo), soms, ook: gele narcis  paosbloome (Venlo) narcis || wilde narcis [DC 60a (1985)] III-4-3
gele plomp plomp: -  plômp (Venlo) gele plomp [DC 60a (1985)] III-4-3
gele voederwortel voerwortelen: vōrwortǝlǝ (Venlo) Daucus carota L. In de genoemde vragenlijst is gevraagd naar twee variëteiten naast de algemene benaming winterwortel die in het vorige lemma ter sprake kwam. Hier is alleen opgenomen hetgeen afwijkend is van lemma Winterwortel. Lobbericher naar het Rijnlands dorpje Lobberich. [N Q, 6b; monogr.] I-5
geleider van de sponningschaaf stelzool: stęlzǭl (Venlo) De smalle, soms verstelbare lat langs de zool van de sponningschaaf, die er voor zorgt dat tijdens het schaven de juiste breedte wordt aangehouden. Soms is er ook aan de zijkant van de sponningschaaf een blokje aangebracht dat er voor zorgt dat tijdens het schaven de juiste diepte wordt aangehouden. Het woordtype hoogteguide uit Leopoldsburg (K 317) verwijst daarnaar. [N 53, 63b] II-12
gelezen mis stille mis: stil mis (Venlo, ... ) Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gelijken (op) er op lijkenen: der op liekene (Venlo, ... ), gelijken: gelieke (Venlo), gelièke (Venlo), lijken: lièke (Venlo), līēkə (Venlo, ... ), lijkenen: lièkene (Venlo), stalen: stale (Venlo) aan het genoemde doen denken, lijken, schijnen [tonen, lijken] [N 91 (1982)] || gelijken || in vele opzichten overeenkomen (bijv. uiterlijk) [lijken, gelijken, trekken] [N 91 (1982)] || lijken op III-4-4
gelijkspelen bij zijn zaadje zijn: beͅj zin zø͂ͅdjə zin (Venlo), gelijkspelen: geliik speulen (Venlo), gəlīk sp"lə (Venlo), gelijkstaan: geliek staon (Venlo), quitte spelen: kit sp"lə (Venlo), kiet staon quitte staan.  kiet speule (Venlo), quitte zijn: kiet zien (Venlo) Quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan]. [N 88 (1982)] || Quitte spelen. III-3-2