| 31940 |
handboormachine, borstboormachine |
houtboor:
hǫlt˱bǭr (L271p Venlo),
ratelboor:
rātǝlbǭr (L271p Venlo)
|
Boorapparaat met tandwieloverbrenging, waarbij tijdens het boren met één hand druk wordt uitgeoefend op het handvat en met de andere een hendel wordt rondgedraaid. Sommge handboormachines hebben in plaats van het handvat een plaat die tijdens het boren met de borst aangeduwd wordt. Zie ook afb. 84. [N 53, 174]
II-12
|
| 33305 |
handcultivator |
krabber:
krɛbǝr (L271p Venlo)
|
Handgereedschap voor het losmaken van de grond. In aflevering I.2, p.161-2 is sprake van een zware cultivator die door (paarde)tractie wordt gewogen. Het werkingsprincipe van de twee gereedschappen is echter hetzelfde. [N 18, 52; monogr.]
I-5
|
| 32785 |
handeg |
houteren [eg]:
[houteren eg] (L271p Venlo),
kleine [eg]:
klęi̯n [eg] (L271p Venlo)
|
De termen die in dit lemma bijeen zijn gezet, konden worden geduid als benamingen voor de kleine houten eg die door een persoon wordt voortgetrokken bij de bewerking van een klein perceel of de moestuin. Voor zulk werk kon ook één van de velden van een meerdelige eg worden gebruikt. Voor ''eg'' en ''eg'' zie het lemma ''eg''.' [N 15, 4 add.; N J, 10; A 13, 16b; div.]
I-2
|
| 21849 |
handel |
handel:
handel (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
hándəl (L271p Venlo),
negotie (<fr.):
nəgoosie (L271p Venlo)
|
het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 21449 |
handelaar |
handelaar:
handelaer (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
hándəléér (L271p Venlo),
koopman:
kaupmán (L271p Venlo),
koupman (L271p Venlo)
|
iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 21496 |
handelen |
handelen:
handele (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
hándələ (L271p Venlo),
händələ (L271p Venlo)
|
handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 18903 |
handeling |
daad:
daod (L271p Venlo),
daot (L271p Venlo),
handeling:
eine handeling (L271p Venlo)
|
een op zichzelf staande, niet werktuigelijke verrichting, een handeling [gangen, gang, daad] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 17661 |
handen (kindernamen) |
handjes:
hentjes (L271p Venlo),
poetertjes:
Ook voor voetjes.
poeterkes (L271p Venlo),
polletjes:
Wel voor voetjes.
poelekes (L271p Venlo)
|
hand: kinderwoorden (pol, polleke, poeleke] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 17660 |
handen (spotnamen) |
fikken:
fikke (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
Plat.
fikke (L271p Venlo),
jatten:
jatte (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
klauwen:
klauwe (L271p Venlo),
klauwieten:
klevîête (L271p Venlo),
klauwieters:
klaviëters (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
kleviëters (L271p Venlo),
kloekels:
kleukels (L271p Venlo),
knoken:
knèuk (L271p Venlo),
knurften:
knörfte (L271p Venlo),
plavuizen:
plavuze (L271p Venlo),
plevuuze (L271p Venlo),
poten:
poët (L271p Venlo),
puët (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
[N 10 (1961)]hand [SGV (1914)] || handen [SGV (1914)]
III-1-1
|
| 21519 |
handgeld |
handgeld:
handgeld (L271p Venlo)
|
eerste geld dat iemand ontvangt voor zijn waren [handsgeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|