e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hurken op de hukjes gaan zitten: op de huukskes gaon zitte (Venlo, ... ) hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)] III-1-2
hutselen rammelen: rammele (Venlo, ... ), schudden: sxøͅdə (Venlo, ... ) Schudden van het geld voordat men het opgooit [hutselen, uteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
huurhuis huurhuis: heurhoes (Venlo) huurhuis [SGV (1914)] III-2-1
huurpenning meepenning: meepenning (Venlo) huurpenning [SGV (1914)] III-3-1
huwelijk trouw, de -: trouw (Venlo), trouwen, het -: ⁄t trouwe (Venlo), trouwerij: trouwerie (Venlo), trouwpartij: trouwpartie (Venlo) de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)] || huwelijk [SGV (1914)] III-2-2
huwelijksafkondigingen roepen: roop (Venlo) De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)] III-3-3
huwelijksmis trouwmis: ttrouwmis (Venlo) De huwelijksmis, bruidsmis [broedsmaes]. [N 96D (1989)] III-3-3
huwelijksuitzet uitzet: oètzit (Venlo) huwelijksuitzet III-2-2
hyacint hyacint: idem  hyacint (Venlo) hyacint [DC 60a (1985)] III-2-1
hypotheek hypotheek: hiepoteek (Venlo), hĭĕpəteek (Venlo), hypeteek (Venlo) de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)] III-3-1