e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jumper jumper: jumper (Venlo, ... ), vest: vest (Venlo), vès (Venlo), vestje: vesje (Venlo) damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)] || jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jurk kleed: kleid (Venlo, ... ), we zulle det kleid gans môtte loshaole veurdet we ut kunne vermake (Venlo), we zulle det kleid gans oetrein mótte haole veurdet we ⁄t kunne verandere (Venlo), rok: we zulle dae rok hielemoal motte losmake veurdaet weej um kunne verandere (Venlo) 1. kleed; 2. jurk || jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || Jurk. We zullen die jurk helemaal moeten lostornen voor we ’m kunnen veranderen. [DC 39 (1965)] III-1-3
jus, vleesnat saus: Syst. WBD  saus (Venlo, ... ), sop: Verklw. söpke  sop (Venlo) jus || Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] III-2-3
juweel edelsteen: eidəlstein (Venlo), juweel: jewièl (Venlo), jŭŭwīēl (Venlo) een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] || juweel III-1-3
kaak kaak: kaak (Venlo, ... ), kaken (Venlo), ká:k (Venlo) kaak [DC 02 (1932)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaakbeen(rand) kaak: kaak (Venlo), raak: raak (Venlo), rake (Venlo), Oud; vgl. Dt. Rachen.  raken (Venlo, ... ) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] || Was er vroeger een ander woord bekend? Zo ja, welk? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaakgestel kakement: kakement (Venlo, ... ), káákəmént (Venlo) kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd biljartbal: bieljartbol (Venlo), glibber: glibber (Venlo, ... ), hij is er glad bovenop: hae is d`r glad baovenop (Venlo), kaal: kaal (Venlo, ... ), kāāl (Venlo), kaalkop: kaalkop (Venlo), kale glibber: kale glieber (Venlo), kletskop: enne kletskop (Venlo), kletskop (Venlo, ... ), plaat: plaat (Venlo, ... ) De man is kaal [DC 42B (1967)] || kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1
kaal knopkruid duivelskralen: dȳvǝlskralǝ (Venlo) Galinsoga parviflora Cav. Algemeen voorkomend hardnekkig en nauwelijks uit te roeien akker- en tuinonkruid, dat zich sinds het begin van de 19de eeuw vanuit botanische tuinen over Europa verspreid heeft. Het heeft kleine witte bloempjes met een geel hartje en bloeit van juni tot de herfst, terwijl de hoogte varieert van 20 tot 60 cm. Waarschijnlijk vanwege de recente verspreiding wordt door de informanten in L 289, 289a, 289b, 300, 370, Q 95, 99*, 103, 121 en 201 aangegeven dat men dit onkruid kent onder de Nederlandse naam knopkruid. Bij Amerikaanse drek ("onkruid") is aangetekend dat het zaad door de Amerikanen in 1944 meegebracht zou zijn (L 248) of dat het met het kippevoer geïmporteerd zou zijn (L 267). Franse drek (L 289) en fransozenkruid (L 381) wijzen naar een vermeende herkomst uit Frankrijk. De plant komt overigens uit Midden-Amerika. Bij duivelskralen wordt opgemerkt: "waarschijnlijk omdat het zo taai is dat het niet uitgetrokken kan worden; na de bloei vormen zich kleine zwarte besjes, vandaar ɛkrallenɛ". Bij ɛduivelɛ: "wast overal waar de zaak verwaarloosd is". Zie Brok 1992. [A 28, 10; Lu 6, 10; monogr.] I-5
kaantjes kaaien: kao.je (Venlo), kaoje (Venlo, ... ), kòòje (Venlo, ... ), Verklw. käöjkes  kaoj (Venlo), kaaitjes: kèùjkes (Venlo), köjkes (Venlo), de ö lang gerekt  köikes (Venlo), kaampjes: kèùmkes (Venlo) kaan(tjes) || vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3