e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mekkeren beuken: bø̜̄kǝ (Venlo), bleren: blē̜rǝ (Venlo) Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.] I-12
melaatsheid lepra: leepráá (Venlo), lupus: lupus (Venlo), melaats: melaats (Venlo) Melaatsheid: lepra, in de huid ontstaan knobbels; de ziekte kan tot afschuwelijke verminkingen leiden (leproosheid, lazerij). [N 84 (1981)] III-1-2
melde schietmelde: schiètmil (Venlo) melde III-4-3
melig melig: maelig (Venlo), WLD  maelig (Venlo), méélig (Venlo) Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)] III-2-3
melk melk: męlk (Venlo), męlǝk (Venlo), mɛlk (Venlo), mɛlǝk (Venlo) De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.] I-11
melk van het paard melk: męlǝk (Venlo) De biest- of paardsmelk bevat ingrediënten die het veulen tegen verscheidene ziekten weerstand geven en die er bovendien voor zorgen dat het darmpek, de taaie, donkere substantie die zich in de darmen van het pasgeboren veulen bevindt (zie het lemma ''de eerste uitwerpselen van het veulen'' (5.7)), verwijderd wordt.' [N 8, 32.6 en 57] I-9
melk zeven zijen: ziǝi̯ǝ (Venlo) De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324] I-11
melkaders melkaderen: mɛlkǭrǝ (Venlo) De aders langs de buik naar de uier. [N 3A, 118a] I-11
melkboer melkboer: mɛləkbuər (Venlo) melkboer [RND] III-3-1
melkdistel tuindistel: toendistel (Venlo, ... ) melkdistel || Zachte melkdistel (voor konijnen) I-7, III-4-3