e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
morgen, maat van ongeveer 8000 m2 morgen: murge (Venlo), mórgə (Venlo) de maat die een oppervlakte aangeeft van ongeveer 8000 vierkante meter [morgen] [N 91 (1982)] || morgen, landmaat van 5 grote roeden of 20.70 aren III-4-4
morgengebed morgengebed: morgegebed (Venlo, ... ) Het morgengebed, morgensgebed [merge-gebed, mergensgebed, mörge-gebed, mörreje-jebed?]. [N 96B (1989)] || morgengebed [SGV (1914)] III-3-3
morsen knoeien: knoêje (Venlo), knoëje (Venlo), knōeije (Venlo), morsen: mórsə (Venlo) Morsen: met vuiligheid knoeien (morsen, mozen, mossen, mosselen, plorren, meggelen, mekkelen). [N 84 (1981)] III-1-2
mortelhak hak: hak (Venlo) Hak waarmee de grondstoffen voor de verschillende mortels worden gemengd. Zie ook afb. 21. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen '(spijs)-' en '(mortel)-' het lemma 'Mortel'. [N 30, 41c; monogr.] II-9
mortelmaker opper: [opper] (Venlo) De handlanger die speciaal belast is met het klaarmaken van de mortel. In Q 15 werd de mortel in een klein bedrijf door de handlanger gemaakt. Bij grote bedrijven kende men daarvoor een speciale 'spijsmaker' ('spīsmē̜kǝr'). Het woordtype 'molenbaas' (L 210) wijst op het gebruik van een cementmolen. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen '(...)' geplaatste termen de lemmata 'Mortel' en 'Handlanger'. [N 30, 2c; N 30, 40b; monogr.; L B1, 104 add.] II-9
mos (alg.) mos: mós (Venlo) mos III-4-3
mossel mossel: moesel (Venlo), môssel (Venlo), de o van mossel, is bijna een dubbele oo.  mossel (Venlo) mossel [SGV (1914)] III-2-3
mosterd mosterd: mosterd (Venlo) mosterd [SGV (1914)] III-2-3
mot mot: mot (Venlo), o bijna oo  mot (Venlo) mot [DC 24 (1953)], [SGV (1914)] III-4-2
motor moter: motər (Venlo) motor [RND] III-3-1