e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nabootsen na-apen: vraag v.d. invuller: één woord?  nao-ape (Venlo), nabootsen: naobōētsə (Venlo), nadoen: naodoon (Venlo, ... ), napraten: naopraote (Venlo) iemands stemgeluid imiteren [nabootsen, papegaaien] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtbraken nachtbraken: nachbrake (Venlo, ... ), nágbráákə (Venlo) tot diep in de nacht uitgaan, nachtbraken [zwabberen] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtegaal nachtegaal: nachtegaal (Venlo, ... ) nachtegaal [SGV (1914)] || nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)] III-4-1
nachthemd hemd: haemp (Venlo), nachthemd: nachhaemp (Venlo) nachthemd [N 25 (1964)] III-1-3
nachtjapon nachtpon: nachpôn (Venlo), pon: pon (Venlo), pón (Venlo) nachtjapon || nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtkleren nachtkleren: nachkleier (Venlo) nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtmis nachtmis: nachmis (Venlo) De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)] III-3-3
nachtpak hansop: Van Dale: hansop, 2) wijd kledingstuk, gelijkende op de kleding der hansworsten, soort van overall, m.n. als nachtgewaad voor kinderen. vgl. WNT hanssop -hansop. 4) Bij overdracht. Naam voor een kleedingstuk (als nachtgewaad voor kinderen nog in gebruik), gelijkende op het gewaad van den hanssop, en bestaande uit lijf en broek met lange pijpen aan één stuk.  hansjop (Venlo), hansop (Venlo), sop: B.v. De sop aan en de klap in de hansop aan en naar bed!.  sop (Venlo) hansop || nachtpak, overall-achtig ~ met een klep aan de achterkant [hansop] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtschoot scheut: sxø̄t (Venlo) Schoot die door het draaien van de 'sleutel' buiten de belegplaat wordt gebracht. Zie ook het lemma 'Dagschoot'. [N 54, 103c] II-9
nachtvlinder nachtuil: nachuul (Venlo), nachtvlinder: nachvlinder (Venlo), uil: ulen (mv.) (Venlo), uule (Venlo), ūl (Venlo) nachtuiltje, nachtvlinder [DC 18 (1950)] III-4-2