e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oeverzwaluw bergzwalm: bergzwalm (Venlo), oeverzwalm: oeverzwalm (Venlo) oeverzwaluw [DC 18 (1950)] III-4-1
offerande offerande (<fr.): offerande (Venlo) De offerande, het offertorium [offeróng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offerblok offerblok: offerblok (Venlo), offerstok: offerstok (Venlo) Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)] III-3-3
offergang offergang: offergank (Venlo) De offergang, rondgang van de gelovigen rond het offerblok [offergank?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offergeld offergeld: offergeld (Venlo, ... ) Het geld dat men in het offerblok stopt [offergeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
ogenblikje, korte tijd, eventjes beetje: en bietje (Venlo), even: aeve (Venlo), effe (Venlo), eventjes: aevekes (Venlo), effekes (Venlo, ... ), efkes (Venlo, ... ), ĕffĕkĕs (Venlo), ogenblik: augenblik (Venlo), ougenblik (Venlo), ogenblikje: augenblikske (Venlo, ... ), ou̯gəmblikskə (Venlo), oogopslag: ougopslaag (Venlo), tijdje: tiedje (Venlo), wijltje: (ein) wielke (Venlo), wĭĕlkə (Venlo) een korte tijdsruimte [poosje, end, scheut, stoot, rek, kortje, hortje, kutske, rande] [N 91 (1982)] || even || eventjes || eventjes, een ogenblik || ogenblik || ogenblik, korte tijd || ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
okkernoot noot: neut (Venlo), neut (mv.) (Venlo), noot (Venlo, ... ), -  neut (Venlo), walnoot: -  wa:lnoot (Venlo, ... ), walnoot (Venlo, ... ) noot || noot (vrucht) [SGV (1914)] || noten (mv.) [SGV (1914)] || okkernoot [DC 17 (1949)] || okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] || walnoot I-7
oksaal koor: koer (Venlo, ... ), oksaal: oksaol (Venlo) Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
oksel oksel: oksel (Venlo, ... ) oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)] III-1-1
olie olie: aolie (Venlo, ... ), aolīē (Venlo), oolie (Venlo), salade-olie: slaaiolie (Venlo), slaajaolĭĕ (Venlo), zoete olie: zeuten aolie (Venlo, ... ) olie [SGV (1914)] || olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] || raapolie || slaolie III-2-3