e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
op de dril zetten (1 april) verneuken: verneuke (Venlo), vərn"kə (Venlo), voor de gek houden: veur de gek halde (Venlo) De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)] || De onzinnige boodschap op 1 april [aprilvis, aprilzaad, zikkelzaad]. [N 88 (1982)] III-3-2
op de juiste temperatuur op temperatuur: op tɛmpǝratø̄r (Venlo) Gezegd van gerezen deeg. Het vocht in het deeg is de warmtebron. Door het vocht te verwarmen brengt men het deeg op de juiste temperatuur. De goede temperatuur is van groot belang voor de kwaliteit van het produkt. Te warme degen zullen droog brood geven, dat spoedig kruimelig wordt, terwijl te koude degen een brood opleveren dat klein van stuk en wreed van scheuring is (Schoep blz. 95). Volgens de informanten van K 359, L 270, en Q 121e was eertijds het bepalen van de juiste temperatuur een kwestie van aanvoelen of voelen met de handen. De goede temperatuur zou volgens de informant van L 269a zijn ¬± 28¬∞C. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 28b; monogr.] II-1
op de knie naaien goed op de knieën houden: gōt op dǝ knēn haldǝ (Venlo) Met de knieën op elkaar of met gekruiste benen naaien op één der knieën. Bij voorkeur naait men op de linkerknie, omdat het lichaam hierbij een veel natuurlijker houding aanneemt dan bij het naaien op de rechterknie. [N 59, 71a] II-7
op de loop gaan biezen pakken: ziĕn bīēzə pàkkə (Venlo), hazen: haze (Venlo), op de klater gaan: op de klater gaon (Venlo), op de loop gaan: op de luip gaon (Venlo, ... ), op de luip goan (Venlo), pleite gaan: pleite gaon (Venlo) op de loop gaan [SGV (1914)] || vluchten: Op de loop gaan (biezen, vluchten, vlieden). [N 84 (1981)] III-1-2
op de schouder zitten op de pokkel zitten: bej pap op de poekel zitte (Venlo), B.v. bej vader op de poekel zitte.  poekel (Venlo), Op de - zitte.  poekel (Venlo), pokel zitten.  poekel (Venlo), op de rug zitten: op de rök zitte (Venlo), op de schouders zitten: Op de schouwers zitte. (Venlo), pokkelen: poekele (Venlo, ... ), poekelen (Venlo) rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)] || rug: op de rug zitten [N 10 (1961)] III-1-2
op de tenen lopen op de tenen lopen: op de tiën laupe (Venlo), op de tiëne (Venlo), op de tiëne loupe (Venlo) lopen: op zijn tenen lopen [op zn vurvoete] [N 10 (1961)] III-1-2
op de vingers fluiten fluiten: fluite (Venlo, ... ) Op de vingers fluiten [schuffelen]. [N 90 (1982)] III-3-2
op een rij zetten in een rij zetten: in un rīēj zittə (Venlo), op rij zetten: op rie zitte (Venlo) op een rij zetten [hagen] [N 91 (1982)] III-4-4
op een steeltje zetten met een halsje: męt ęjn hɛlskǝ (Venlo) De knoop op een steeltje zetten. Men moet de knoop niet plat aannaaien, doch men dient een afstand tussen knoop en stof van ¬± 1/2 - 1 cm te houden. Hierdoor wringt de knoopt niet en wordt er ruimte voor de stofdikte opengelaten. [N 59, 136] II-7
op een sukkeldrafje lopen op een schokje schokken: ǫp ǝ šø̜kskǝ šǫkǝ (Venlo), op een sukkeldrafje lopen: op een sukkeldrefke loupe (Venlo), stevelen: stiefele (Venlo) [N 8, 81a, 81d en 83]lopen: op een sukkeldrafje lopen [schokke, op n schökske loope] [N 10 (1961)] I-9, III-1-2