e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
optuigen aantouwen: āntǫu̯ǝ (Venlo), optuigen: ǫptȳgǝ (Venlo) Een trekpaard van het nodige trektuig voorzien. Men zet het hoofdstel op het hoofd van het paard, plaatst het haam om zijn nek, legt het schoftzadel op zijn rug en doet het achterhaam aan. Tenslotte gespt men de verschillende delen aan elkaar. [JG 1b; N 8, 97a; monogr.] I-10
opvoeden, grootbrengen optrekken: optrekke (Venlo), opvoeden: opvooie (Venlo) opvoeden III-2-2
opzettelijk expres: espres (Venlo) expres [SGV (1914)] III-1-4
opzetteugel opzetteugel: opzetteugel (Venlo) Leren riem die van het bit door de ringen boven op het haam naar het schoftzadel loopt en belet dat het paard bij het trekken gras vreet. [N 13, 33] I-10
opzichter opzichter: ǫp˲zextǝr (Venlo) De man onder wiens leiding de werkzaamheden op het bouwwerk worden verricht. In K 359 werd de controle door de 'architect' ('ažet'k') verricht. 'Conducteurs' werden in Q 83 slechts op grote bouwwerken ingezet ter vervanging van de aannemer. [N 30, 3d; N 30, 3e; monogr.] II-9
opzitten bidden: bêje (Venlo), mooi zitten: moei zitte (Venlo) Hoe noemt u op de achterste poten zitten met opgeheven voorpoten, gezegd van een hond (bidden, lezen) [N 83 (1981)] III-2-1
orchis orchidee: idem  orchidee (Venlo) orchidee [DC 60a (1985)] III-4-3
ordenen, rangschikken plaatsen: plaatse (Venlo), schikken: schikkə (Venlo) op een regelmatige of doelbewuste wijze plaatsen [schikken, rangschikken, schavelen] [N 91 (1982)] III-4-4
organist organist: orgenis (Venlo) De organist, orgelist. [N 96B (1989)] III-3-3
orgel orgel: enen o(R)eg(j)ell (Venlo), olger (Venlo), ollegerdreijer (Venlo), orgel (Venlo, ... ), oͅrgəldreͅiər (Venlo) Het orgel [het/de orgel, örgel, ölger, orjel?]. [N 96A (1989)] || Iemand die een draaiorgel bespeelt [orgeldraaier, liereman]. [N 90 (1982)] || orgel [GTRP (1980-1995)] || Orgel. III-3-2, III-3-3