e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
plak flank: flaŋk (Venlo) Een opvulsel achter de arm ofwel bestaand uit een stukje stoom (gaas dat sterk gepapt is, in katoen of rayon) waarop een half vel watten wordt genaaid of uit een stukje stof. De plak moet het beloop volgen van het armsgat en wordt op de rug langs het armsgat gelegd en onder de arm aan de vulling vastgemaakt (Papenhuyzen, pag. 81). De plak dient voor een mooie valling voor de arm. [N 59, 115] II-7
plamuur plamuur: plǝmø̄r (Venlo) Een uit verschillende grondstoffen samengesteld materiaal dat door de schilder wordt gebruikt om een zo effen mogelijke ondergrond te verkrijgen voor de aan te brengen afschilderverflagen. Plamuur wordt gewoonlijk met een plamuurmes opgestreken maar kan ook, in verdunde vorm, met de kwast worden aangebracht. Plamuur kan worden samengesteld uit in lijnolie gemalen krijtwit en loodwit, dat wordt vermengd met in water geweekte pijpaarde. Ook bloedpreparaten en emulsie worden in plamuur aangewend. [N 67, 28c; N 67, 28d; monogr.] II-9
plamuur aanbrengen plamuren: plǝmø̄rǝ (Venlo) Plamuur door middel van een plamuurmes of kwast opbrengen. Met behulp van plamuren kunnen schaafstreken en andere onregelmatigheden in het hout worden weggewerkt zodat een volkomen egaal oppervlak ontstaat. [N 67, 71b; div.] II-9
plankmis poedel: poedel (Venlo) De plank missen bij het kegelspel [henk, olie]. [N 88 (1982)] III-3-2
plant (alg.) plant: plant (Venlo), plante mv (Venlo) plant III-4-3
plantenstek scheut: scheut (Venlo), stek: WLD  stek (Venlo), stekje: WLD  stèkske (Venlo) Afgesneden takje dat men in de grond zet om er een nieuwe plant uit te laten groeien (stek, poot). [N 82 (1981)] III-4-3
plas of meertje midden in de hei ven: ven (Venlo) N 27, 23a vroeg naar ''plas of meertje midden in de hei''; I, 19 vroeg naar ''plassen, gevormd na afgraving van de turf''; 11, 10 vroeg naar ''watergat, veenkuil'' en II, 11 naar een ''plas, vooral een halfdichtgegroeide veenplas''. Al deze vragen zijn in dit lemma versmolten. [N 27, 23a; I, 19; II, 10; II, 11] II-4
plassen (met water) klatsen: in het water klatse (Venlo), knoeien: knoeie (Venlo), knoeije mit water (Venlo), knoeje (Venlo), knoëje (Venlo), platsen: mit water platse (Venlo) knoeien met water, in t water plassen [klosse] [N 10 (1961)] III-1-2
plat praten dialect (zn.): dialekt (Venlo) plat praten [N 102 (1998)] III-3-1
plataan plataan: WLD  plataan (Venlo), plààtààn (Venlo) De plataan; van deze boom schilfert de schors in plaen af waardoor de nieuwe geelgroene bast zichtbaar wordt; de boom heeft langgesteelde vruchten (plataan, plantaan, plom, plon, plen). [N 82 (1981)] III-4-3