e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijkdom rijkdom: rikdom (Venlo) rijkdom [RND] III-3-1
rijksdaalder rijks: riks (Venlo, ... ), rijksdaalder: rikdaalder (Venlo), twee vijftig: twiëvieftig (Venlo) rijksdaalder, een ~ [vijftiger, knaak, ploegrol?] [N 21 (1963)] III-3-1
rijksveldwachter veldwachter: veldwachter (Venlo), véltwágtər (Venlo) een agent van de rijksveldwacht [die zorgt voor de handhaving van de orde op het platteland] [rijks, schabeletter, champetter, pandoer, garde, vörster] [N 90 (1982)] III-3-1
rijkswachter gendarme (fr.): sjanderm (Venlo), marechaussee (<fr.): màrsjəsjee (Venlo) een lid van het militaire politiekorps [gendarm, harenmutsel, pakkeman, marechaus-see, massee] [N 90 (1982)] III-3-1
rijp rijp: rīēp (Venlo) rijp [RND] III-2-3
rijp vormen, rijpen grijsvriezen: griës gevroren (Venlo) rijp, rijm [DC 48 (1973)] III-4-4
rijp, rijmx dauw: dauw (Venlo), rijm: riem (Venlo), rijp: d’r hingk rièp aan de buim (Venlo), riep (Venlo), rièp (Venlo) rijm (op boomen) [SGV (1914)] || rijm, bevroren dauw of nevel die zich afzet op de takken [waterrijm, roevros] [N 22 (1963)] || rijp, rijm [DC 48 (1973)] || vriezen zodanig dat zich rijm op de bomen vormt [rouwvorsten, rijmen] [N 22 (1963)] III-4-4
rijshout, bonenstaak rijs: rieser (pl) (Venlo), riezer (Venlo), riezer (pl) (Venlo), ie lang  ries (Venlo) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [N P (1966)] || rijs [SGV (1914)] || rijzen (mv.) [SGV (1914)] I-7
rijskast rijskast: rīskas (Venlo) De kast - meestal een onderdeel van een (modernere) oven - waarin de narijs plaatsvindt. Vraag N29, 39a ("Waar vindt deze narijs plaats?") is door de verschillende antwoorden in verschillende lemmata gesplitst. Algemene benamingen als bakkerij (in L 270, 292, 372, 377, 383, Q 99*, 121e, 198b), een warme plaats (in L 318b, 414) een keuken (in Q 28), het bakhuis (in Q 3, 121c), bakker (L 250), onder een zak (Q 121), tussen deegkleedjes (Q 20) zijn niet fonetisch gedocumenteerd. [N 29, 39a; N 29, 37] II-1
rijstebrij potjebeuling: Syst. WBD  pöotjebeuling (Venlo), rijstepap: riestepap (Venlo), rièste... = rijste....... zoals rièstepap  rièstepap (Venlo), Syst. WBD  riestepap (Venlo), rièstepap (Venlo), stijve rijst: Syst. WBD  stiëve riës (Venlo), stijve rijst met pruimpjes: stiève riès met pruumkes (Venlo) brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] || gekookte paprijst met pruimpjes || Rijstebrij (pötjesbulling?) [N 16 (1962)] || rijstepap III-2-3