e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roggebrood brood: broëd (Venlo, ... ), pompernikkel: Syst. WBD  pòmpernickel (Venlo), Syst. WBD Brood dat tamelijk droog is.  pomperniekkel (Venlo), Syst. WBD Wordt hier ook gezegd, precies als in het Nederlands.  pompernikkel (Venlo), roggebrood: Syst. WBD Vast bruin-grijs langwerpig, vrijwel vierkantig brood  roggebroëd (Venlo), zwart brood: zwart brood (Venlo), zwartbrood: zwartbroeëd (Venlo) Kent uw dialect het woord pompernikkel = bepaald soort roggebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)] || roggebrood [DC 35 (1963)] || zwart brood III-2-3
roggemeelpap boekweitspap: Syst. WBD  bokespap (Venlo) Pap van roggemeel (prol?) [N 16 (1962)] III-2-3
rok als bovenkledingstuk bovenrok: baoverok (Venlo), overrok: euverok (Venlo), euverrok (Venlo, ... ), rok: rok (Venlo) rok (tegenovergestelde van onderrok) || rok als bovenkledingstuk [aoverrok, bovenrok, booveschort] [N 24 (1964)] III-1-3
rok van grove stof baaien rok: baajerok (Venlo) rok van grove zware stof [teerteje rok, pels, tiejte sjort] [N 24 (1964)] III-1-3
rok: algemeen onderrok: ònderrok (Venlo), rok: rok (Venlo, ... ) rok [SGV (1914)] || vrouwenrok, kledingstuk dat van het middel af naar beneden hangt [rok, schort, schot, malbeusj] [N 24 (1964)] III-1-3
roken dampen: dempe (Venlo), fimpen: fiempe (Venlo), paven: pave (Venlo), roken: rouke (Venlo), smoken: smoeëke (Venlo), verpaven: verpave (Venlo), versnirken: versnierke (Venlo), vlemmen: vlemme (Venlo) roken III-2-3
rokkussentje queue (<fr.): keu (Venlo, ... ) kussentje waarmee men de rok naar achteren doet uitbollen [keu, keuje, vronk] [N 24 (1964)] III-1-3
rolbandmeter meetrol: mē̜trǫl (Venlo) Meetlint, bestaande uit een stalen band van twee tot vijf meter lang, die opgerold is gemonteerd in een omhulsel van staal of kunststof. Meestal is het mechanisme voorzien van een veer, die de uitgetrokken band automatisch weer oprolt in het huis. Zie ook afb. 100. [N 53, 186b; monogr.] II-12
rollen wellen: wɛlǝ (Venlo) Het land bewerken met de rol, met de rol over het land gaan. In dit lemma zijn ook enige termen ondergebracht, die het rollen met een bepaald doel, resp. een tweetal manieren van rollen naar de richting betreffen. Voor het (...)-gedeelte van de varianten daarvan zij verwezen naar het simplex wellen aan het be-gin. [JG 1a + 1b; N 11, 87; N 11A, 187a + b + c + 189a; N P, 20 add.; monogr.] I-2
rolletje munten cahot (<fr.): kehot (Venlo), carotte (fr.): karot (Venlo), krot (Venlo) rolletje centen of kwartjes of andere munten [knappert, lok?] [N 21 (1963)] III-3-1