e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slecht gekleed persoon schooier: schoêjer (Venlo) in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)] III-1-3
slecht gesneden hengst klophengst: klǫphęŋst (Venlo) Bij de piet is slechts één teelbal uitgesneden; men kan daarom spreken van een halfgelubde hengst. Bij de klophengst zijn één of beide zaadballen niet uit de buikholte ingedaald; hij mag niet voor de kweek gebruikt worden, omdat dit erfelijk is, en wordt door het verbrijzelen der teelballen met een houten hamer ongeschikt gemaakt tot de voortteling. Wie veel fokmerries bezit, gebruikt wel eens een klophengst om uit te proberen of de merries hengstig zijn en alzo de kostbare dekhengsten te sparen. [JG 1a, 1b; N 8, 20, 61a en 61b; monogr.] I-9
slecht groeien niet groeien: neet greuje (Venlo), niet wassen: neet wasse (Venlo) Slecht groeien, gezegd van een kind (kooieren). [N 84 (1981)] III-1-1
slecht mens, slechte kerel neetnek: neetnek (Venlo), netennek: netenek (Venlo), onmens: onmins (Venlo), schobbejak: schoebejak (Venlo), schoft: schoef (Venlo, ... ), strop: ströp (Venlo) galgenaas [SGV (1914)] || iemand die niet deugt || iemand met een slecht karakter [schoef, schobbert, ontmens, galgenaas, slechterik, schoefel] [N 85 (1981)] III-1-4
slecht paard kruk: krø̜k (Venlo) Er is weinig betekenisverschil met het vorige lemma. In vraag 62j werd het woord schend(meer) gesuggereerd. Dit is dan ook dominant, terwijl de overige antwoorden meestal ook in een ander lemma ondergebracht kunnen worden. [N 8, 62j] I-9
slecht van bouw hol: hǭl (Venlo), kruk: krøk (Venlo) De antwoorden van de correspondenten doelen vooral op een hol paard met ingevallen flanken en uitstekende heupen. Vgl. het lemma ''harmonisch van bouw'' (4.3.1). [N 8, 62k, 62l en 78a] I-9
slecht weer, hondenweer geen weer om nog een hond door te jagen: et is gein waer um ennen hônd door te jage (Venlo), guur: gôôr (Venlo), hondenweer: honde waer (Venlo), hóndewae:r (Venlo), hóndewaer (Venlo, ... ), hôndewaer (Venlo), hondsweer: hóndswaer (Venlo, ... ), pet weer: ⁄t waer is pet (Venlo), rot (weer): ròtwéér (Venlo), rôtwaer (Venlo), ruw (weer): rauw (Venlo), rauw waer (Venlo, ... ), rou (Venlo), ruw en regenachtig: rauw én réégənègtich (Venlo), slecht (weer): slech waer (Venlo), slech wéər (Venlo), slèch wéér (Venlo) inslecht weer || ruw en regenachtig, gezegd van het weer [lobbig, schouw] [N 81 (1980)] || slecht weer [hondewaer] [N 07 (1961)] || slecht, gezegd van het weer [skeut, vut] [N 81 (1980)] III-4-4
slechte drank zeibel: zeibel (Venlo) drank van inferieure kwaliteit III-2-3
slechte kaart(en) beekveger: 1. Schoonmaker van beken; 2. schavuit; 3. slechte kaarten: Ik pas, ik heb allein nog ein paar baekvaeger[s] Ik pas, ik heb alleen nog maar slechte kaarten.  baekvaeger[s} (Venlo), schalenveger: Ik heb schalevaegers ik heb slechte kaarten.  schalevaeger (Venlo) 2. Slechte kaarten. || 3. Slechte kaarten. III-3-2
slechte koffie moekefoek: moekefoek (Venlo) koffie die smaakt als surrogaatkoffie III-2-3