e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spijkergat nagelgat: nāgǝlgāt (Venlo) Het gat dat ontstaat, wanneer een spijker uit het hout wordt getrokken. [N 54, 25; monogr.] II-12
spijkerjas spijkerjasje: spijkerjeske (Venlo, ... ) Spijkerjasje. Hoe noemt de dialectsprekende jeugd in de plaats waarvoor u het dialekt optekent dit? [DC 58 (1983)] III-1-3
spijkerpak spijkerpak: spijkerpak (Venlo, ... ) Spijkerpak. Hoe noemt de dialectsprekende jeugd in de plaats waarvoor u het dialekt optekent dit? [DC 58 (1983)] III-1-3
spijkers doorknippen doorknippen: dōrknepǝ (Venlo) Spijkers met behulp van de nijptang af- of doorknippen. Bij alle opgaven uit dit lemma hoort het plaatselijke dialectwoord voor spijker als object. [N 53, 154b] II-12
spijkers uittrekken uittrekken: ūttrękǝ (Venlo) Spijkers met behulp van de nijptang, de spijkertrekker of de klauwhamer uit het hout trekken. Bij alle opgaven uit dit lemma hoort het plaatselijke dialectwoord voor spijker als object. [N 53, 154a] II-12
spijkertrekker nageltrekker: nāgǝltrękǝr (Venlo), sloopijzer: slōp˱īzǝr (Venlo) De algemene benaming voor verschillende soorten metalen werktuigen met klauwvormige bek waarmee spijkers e.d. kunnen worden uitgetrokken. Zie ook afb. 96. De benamingen koevoet e.d., breekijzer en sloopijzer duiden een ijzeren hefboom van 90 tot 120 cm lang aan, die van onderen eindigt in een schuinstaande, gespleten klauw. Het werktuig wordt onder meer gebruikt bij sloopwerk en om spijkers uit te trekken. Zie ook het lemma ɛkoevoet, hefboomɛ in Wld II.11, pag. 8.' [N 53, 140-141; monogr.] II-12
spin spin: spen (Venlo), spin (Venlo, ... ), idiosyncr.  spin (Venlo), vrijer: idiosyncr. Additie bij vraag 4 stofwebben heten in het Venloos: -  vreejers (Venlo) spin [N 26 (1964)], [RND], [SGV (1914)] || spin [spinnekop, spinnenbijter, vrijer] [N 26 (1964)] III-4-2
spinazie spinazie: spenazie (Venlo) I-7
spinnen spinnen: spenǝ (Venlo), spinne (Venlo), spinnen (Venlo, ... ), spinnə (Venlo) De handeling die met behulp van een spinnewiel werd verricht. Vooral voor vlas en hennep was het raadzaam de spinvingers nat te houden tijdens het spinnen. Hiervoor had men een klein potje met water aan rokken of wiel hangen (Weyns, pag. 844-845). Soms werden daartoe ook wel kleine, twee-orige kruikjes van ongeveer 7 cm hoog gebruikt, gebakken onder andere te Raeren. [N 34, C; RND 3; Wi 27; S 34; monogr.] || Hoe noemt u een snorrend, brommend geluid maken, van katten, meestal ten teken van welbehagen (korzen, spinnen, ronken, snurken, snorren, minzen) [N 83 (1981)] II-7, III-2-1
spinnenweb spinnengeweef: spinnegewaef (Venlo), spinnengeweefsel: spinnegewaefsel (Venlo), spinnenweb: spenəwɛp (Venlo), spinneweb (Venlo), spinnewep (Venlo), idiosyncr.  spinneweb (Venlo) spinnenweb [RND] || spinneweb [spinnegeweef, -gewep, -kop] [N 26 (1964)] III-4-2