e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vechten vechten: vechte (Venlo, ... ), vechtə (Venlo) ruzie maken [kakelen, puken] [N 85 (1981)] || ruzie maken en daarbij gebruik maken van handen, armen en benen [kempen, kebberen, vechten] [N 85 (1981)] III-3-1
vechten: een pak slaag geven een pak zwens geven: ein pak zwens gaeve (Venlo) ruzie maken en daarbij gebruik maken van handen, armen en benen [kempen, kebberen, vechten] [N 85 (1981)] III-3-1
vee beesten: biǝstǝ (Venlo), vee: vii̯ (Venlo), viǝ (Venlo) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11
vee fokken fokken: fǫkǝ (Venlo) Het houden van vee met als doel de vermenigvuldiging van de dieren. Objecten als "vee" en "koeien" zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10b; monogr.] I-11
vee houden houden: haldǝ (Venlo) Het houden van vee in het algemeen. De opbjecten "vee", "beesten", "koeien" e.a. worden in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10a] I-11
veel drinken buizen: buize (Venlo), buizə (Venlo), hijsen: hijsə (Venlo), jeppen: jeppe (Venlo), putteren: pöttere (Venlo), schransen: schràànsə (Venlo), zuipen: zoèpe (Venlo, ... ), zōēpe (Venlo, ... ), zōēpə (Venlo), zū.pə (Venlo), zūpə (Venlo, ... ) (stevig) drinken || drinken; Hoe noemt U: Veel en met graagte drinken (loeriën, leerzen) [N 80 (1980)] || stevig drinken || zuipen [DC 35 (1963)] || zuipen, onmatig drinken [DC 38 (1964)] III-2-3
veel geld waard veel geld waard: vuël geld waerd (Venlo) veel geld waard: Die oude eikehouten kast is - - - [DC 39 (1965)] III-3-1
veel te grote schoen een kar te wijd: Sub ker, kar.  een ker te wièd (Venlo), sloffer: slóffers (Venlo) #NAME? || schoen, veel te grote ~ [affeseersjoon] [N 24 (1964)] III-1-3
veel te wijde broek boks voor een dikke: ein boks veur einen dieke (Venlo), flodderboks: flodderboks (Venlo), flodderbóks (Venlo), flodderbôks (Venlo, ... ), slobboks: sloebbóks (Venlo), veel te wijde boks: ein vuuls te wieje boks (Venlo) broek, veel te wijde ~ [flodderboks] [N 23 (1964)] || een broek voor een gezet figuur [N 59 (1973)] || een veel te wijde broek [N 59 (1973)] || slobbroek III-1-3
veelvraat gulzigaard: gölzigéért (Venlo), schrokker: schroeker (Venlo), slokkerd: sloekerd (Venlo), veelvraat: vūūlvráát (Venlo), vreetlap: vréétlàp (Venlo), vreetzak: vraetzak (Venlo), vreter: vrètər (Venlo), zatvreter: zatvraeter (Venlo) schrokken; Hoe noemt U: Gulzig eten (schrokken, slokken, vreten, verschrokken, schoffelen, wolven, zwelgen, worgen, moffelen, buffelen, schransen) [N 80 (1980)] || veelvraat; Hoe noemt U: Iemand die gulzig is, gulzigaard (vraat, fretter, veelvraat, doorjager) [N 80 (1980)] III-2-3