e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkouden bevangen: bǝvaŋǝ (Venlo), verkoud: ik bin verkald (Venlo, ... ), ik bin verkalt (gewaore) (Venlo), verkald (Venlo), verkalt (Venlo), verkalt zien (Venlo), vərkált (Venlo), vərkélt (Venlo) Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] I-9, III-1-2
verkoudheid klets: ik heb de klets weg (Venlo), koude: ik heb een kelt (Venlo), ik heb en kelt te pakke (Venlo) Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2
verkwanselen verkwanselen: verkwanselen (Venlo), versjacheren: versjachere (Venlo) Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)] III-3-1
verkwisten verkiehelen?: vgl. Venlo Wb. (pag. 271): verkiemele, verpatsen.  vərkĭĕhələ (Venlo), verkwisten: verkwiste (Venlo), vərkwistə (Venlo) op overdadige en lichtzinnige wijze besteden [dolboteren, vermokken, vertoelibassen, verkwisten] [N 89 (1982)] III-3-1
verlaagd plafond verlaagd plafond: vǝrlīǝx plǝfon (Venlo) Loze zoldering die wordt aangebracht om de hoogte van een vertrek te verminderen. [N 54, 148] II-9
verlegen beschaamd: beschaamp (Venlo, ... ), bleu: bluue (Venlo), bluuj (Venlo), bluë (Venlo), schouw: schou (Venlo), schouw (Venlo, ... ), schoùw (Venlo), verlegen: verlaege (Venlo, ... ), verleigge (Venlo), verlège (Venlo), verlèège (Venlo), verléége (Venlo) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verlegen (zijn) verlegen: verlaege zien (Venlo, ... ), vərlègə zīēn (Venlo) niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
verlichting verlichting: verleechting (Venlo), vərlēxteŋ (Venlo) verlichting III-2-1
verliezen verlieren: verleere (Venlo, ... ), verlere (Venlo, ... ), verliezen: verleeze (Venlo, ... ) verliezen [DC 38 (1964)], [SGV (1914)] || Verliezen. III-3-1, III-3-2
verlopen omlopen: (de koe is) ømgǝlǫu̯pǝ (Venlo) Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a] I-11