34288 |
voerschep |
voerschotel:
vōrsxōtǝl (L271p Venlo)
|
Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b]
I-11
|
21134 |
voertuig |
voertuig:
voortūūg (L271p Venlo),
wagen:
wage (L271p Venlo)
|
de algemene naam voor een constructie op wielen die geduwd of getrokken wordt of door een motor voortbewogen wordt en die bedoeld is om personen of goederen te vervoeren [voertuig, voiture] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17777 |
voet |
voet:
veut (L271p Venlo),
voot (L271p Venlo)
|
voet [SGV (1914)] || voeten [SGV (1914)]
III-1-1
|
25309 |
voet, maat van 0,28 m |
voet:
voot (L271p Venlo)
|
de maat die een lengte aangeeft van 28 cm [voet] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23189 |
voetballen add. |
kuiten:
kuite (L271p Venlo)
|
2. Straatvoetbal spelen.
III-3-2
|
19486 |
voetbankje |
voetenbankje:
votebenkske (L271p Venlo)
|
voetenbankje
III-2-1
|
19812 |
voetenbankje |
voetenbankje:
vootebenkske (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
Het bankje om de voeten op te zetten [vootebenkske?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21199 |
voetganger |
voetganger:
vootgenger (L271p Venlo),
vootgángər (L271p Venlo)
|
een persoon die te voet gaat [voetganger, voetreiziger, voeteerder] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33732 |
voetgangershek |
barrier:
brēr (L271p Venlo),
hekje:
hɛkskǝ (L271p Venlo),
poortje:
pø̜̄rtjǝ (L271p Venlo)
|
Een smalle doorgang tussen weien of landerijen. Men kent verschillende vormen zowel van ijzer als van hout gemaakt. Nogal toegepast is een houten of een ijzeren kruis dat kan draaien op een zware paal. Verder komen voor een draaiende haspel of draaimolentje, een hek van latwerk, drie palen in een driehoek geplaatst, twee horizontale balken waar men doorheen moet kruipen, een klapdeurtje of vaste palen die een bocht vormen. De benamingen voor de verschillende vormen wijken zo weinig van elkaar af dat ze in één lemma zijn ondergebracht. [A 25, 6; A 25, 8; L 19B, 5a; L 19B, 6; S 43; monogr.]
I-8
|
23604 |
voetgebeden |
voetgebeden:
vootgebaeje (L271p Venlo)
|
De gebeden aan de voet van het altaar, de voetgebeden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|