21842 |
(blijven) plakken |
(blijven) plekken:
plekke (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
lang in een café blijven zitten of lang bij iemand op bezoek blijven [plakken] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21402 |
(geen) waarde |
(geen) waarde:
met een lengteteken
wärde (L210p Venray)
|
waarde (dat heeft geen ~) [SGV (1914)]
III-3-1
|
21278 |
(helpen) opmaken |
afhelpen:
afgəhulpə (L210p Venray)
|
geld opdoen (opmaken) [RND]
III-3-1
|
22110 |
(het) lossen |
lossen:
losse (L210p Venray)
|
het lossen zelf? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
18809 |
(iets) bevinden |
keuren:
keure (L210p Venray)
|
vaststellen als resultaat van een waarneming of onderzoek [bevinden, keuren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22004 |
(ijzeren) kapsule |
busje:
buske (L210p Venray)
|
Hoe heet die kapsule? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21779 |
(kleine) zelfstandige |
eigen baas:
enne aege baas (L210p Venray)
|
Noem het (dialect)woord voor: een kleine zelfstandige? [middenstander] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
18661 |
(knipmuts) |
knipmuts:
knipmuts (L210p Venray)
|
knipmuts, in de betekenis van soort muts; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21955 |
(melk) voederen |
voederen:
voere (L210p Venray)
|
Hoe heet verder: het opgeven van die melk aan de jongen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17967 |
(met) het hoofd stoten |
botsen:
boetse (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
stoten: het hoofd stoten (kinderwoord) [boetse, zijn eige boetse] [N 10 (1961)] || stoten: met het hoofd stoten [boetse, erges teege boetse] [N 10 (1961)]
III-1-2
|