28625 |
drijfvolk |
drijver:
drīvǝr (L210p Venray)
|
Een door drijven verkregen volk. [N 63, 98b; A 9, 6; monogr.]
II-6
|
24939 |
drijfzand |
drijfzand:
driēfzând (L210p Venray),
driêefzant (L210p Venray)
|
drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
27354 |
drijven |
afjagen:
afjāgǝ (L210p Venray),
bollen:
bǫlǝ (L210p Venray),
drijven:
drīvǝ (L210p Venray),
inhalen:
enhālǝ (L210p Venray),
intrekken:
intrękǝ (L210p Venray
[( het intrekken is het verengen van de uitgangscilinder)]
),
uitbollen:
yt˱bǫlǝ (L210p Venray)
|
Het verwijderen van bijen uit de woning door middel van kloppen, borstelen, stoten en afjagen op een korf met nest, met het doel honing te oogsten. [N 63, 98a; monogr.] || In het algemeen een metalen plaat met behulp van drijfhamers zodanig bewerken dat er holle en bolle plaatsen in ontstaan. Zie ook het lemma "drijfhamer". Het lemma bevat verder onder B en C een aantal specifieke termen voor bewerkingen die tot het drijven gerekend worden. [N 64, 95a; N 66, 28a]
II-11, II-6
|
33413 |
drinkbak voor de kippen |
drenkbak:
drēŋkbák (L210p Venray),
hennen-emmer:
hennen-emmer (L210p Venray)
|
De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c]
I-6
|
20499 |
drinken |
drinken:
dreenke (L210p Venray),
drinke (L210p Venray),
drinken (L210p Venray),
drînken (L210p Venray),
Waor r veul zinge már ieëne dreenkt, kunde baeter nie zien vur de gezelleghejd: In een café is het gwezelliger dan in de kerk Wie âltied dreenkt, pruËft nie, wie noeët dreenkt, pröt âltied
dreenke (L210p Venray),
kleppen:
kleppe (L210p Venray)
|
drinken [DC 03 (1934)] || drinken van alkohol, speciaal van bier || drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19574 |
drinkglas |
glas:
enne störm ien \'n glas water: drukt om niets \'n Glaeske òpziene tied zörgt da\'che gezoonder ziet: matig gebruik van alkohol bevordert de gezondheid
glas (L210p Venray)
|
drinkglas
III-2-1
|
19562 |
drinkglas met voet |
roemer:
Vat m j \'s enne wienruuëmer uut de kâstfundamenten, kelder, muren, vloeren en dak gereed voor verdere afwerking De rowbow laote we do‰n, már de rest doen we aeges
ruuëmer (L210p Venray),
schopje:
Doet mij már \'n schöpke bi‰r
schöpke (L210p Venray)
|
groot wijnglas || klein kelkvormig glas met een voetje
III-2-1
|
22089 |
drinktafel |
erkel:
erkel (L210p Venray)
|
de tafel waarop de drinkbak geplaatst wordt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20564 |
droesem |
bezinksel:
bezeenksel (L210p Venray),
neerslag
bezeenksel (L210p Venray),
dik:
t Dik van de soep zit oonderien
dik (L210p Venray),
drabbik:
drábbek (L210p Venray),
drábbik (L210p Venray),
As t bi‰r òp is, blieft dn drábbek aover: wanneer het werk klaar is, ziet men pas de evt. tekortkomingen Genne wien zònder drábbek: alles heeft zijn fouten
drábbek (L210p Venray),
drats:
drats (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
bezinksel || drap || droesem || droesem; Hoe noemt U: Bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
26810 |
drogen van turf |
drogen:
dryǝgǝ (L210p Venray)
|
Het drogen van turf begint spoedig na het steken van de hoeveelheid turf die men nodig heeft voor de winter. [I, 83]
II-4
|