25158 |
ijzig |
ijzig:
iēzeg (L210p Venray)
|
ijzig
III-4-4
|
21334 |
illustratie |
illustratie (<fr.):
illestratie (L210p Venray),
prentje:
preentje (L210p Venray)
|
een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke] [N 90 (1982)] || illustratie [SGV (1914)]
III-3-1
|
18935 |
in alle haast |
in klop-klop:
ien klop klop (L210p Venray)
|
in heel grote haast [hap, snap] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21752 |
in beslag nemen / beslag leggen op |
beslag leggen:
beslag legge (L210p Venray)
|
het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17846 |
in beweging komen |
(zich) roeren:
ruuren (L210p Venray),
aantreden:
ántraeie (L210p Venray),
aanzetten:
ánzette (L210p Venray)
|
beweging, In ~ komen (meutelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20442 |
in de doodskist leggen |
kisten:
kieste (L210p Venray)
|
een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
28477 |
in de pap liggen |
in de melk staan:
en dǝ mɛlk stǭn (L210p Venray)
|
Eitjes en larven worden door de werkbijen in een pap van stuifmeel, honing en water gelegd. Hierin gedijen ze zeer snel. Men zegt dan "de larven liggen in de pap, in de melk". De cellen zijn dan nog niet verzegeld. [N 63, 22c]
II-6
|
17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
houwen:
howwe (L210p Venray)
|
slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
32339 |
in duigen vallen |
rateren:
rājǝrǝ (L210p Venray),
verrateren:
vǝrrājǝrǝ (L210p Venray)
|
Gezegd van een vat dat in stukken uiteenvalt als gevolg van het losraken van duigen en banden. [monogr.]
II-12
|
26815 |
in een grote hoop zetten |
in een hoop zetten:
en ęnǝ huǝp zetǝ (L210p Venray)
|
[I, 79b]
II-4
|