31193 |
koperslagerij |
koperslagerij:
kōpǝrslē̜gǝrej (L210p Venray)
|
Werkplaats van een koperslager. [N 66, 54d; monogr.]
II-11
|
19582 |
kopje |
koffietas:
Vat már \'n koffietas uut de kas
koffietas (L210p Venray),
kop:
koͅp (L210p Venray),
tas:
tas (L210p Venray),
Dreenkte \'n tas koffie mit de tas valt host van toffel: dreiging van een miskraam Ge vángt mieër maespels/vli‰ge mit \'n laepelke soeker as mit \'n tas eek: Met zachtheid bereikt men doorgaans meer dan met gestrengheid
tas (L210p Venray),
theetas:
thieëtas (L210p Venray),
werkendaagse tas:
waerkendágsetas (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
een kop koffie [SGV (1914)] || grote koffiekop || koffiekop || koffiepot die iedere dag gebruikt wordt || kop met oor || theekopje
III-2-1
|
22740 |
kopjeduikelen |
keukelen:
Vgl. kopkeukele, köpkekeukele.
keukele (L210p Venray),
kopjekeukelen:
Var. sub keukele en kopkeukele.
köpkekeukele (L210p Venray),
kopkeukelen:
Var. keukele / köpkekeukele.
kopkeukele (L210p Venray)
|
[Duikelen, spelend buitelen] / [Koprollen, kopduikelen]. || Duikelen, spelend buitelen. || Koprollen, kopduikelen.
III-3-2
|
21944 |
koppel |
koppel:
een koppel (L210p Venray)
|
Wat is de dialectbenaming voor: een paar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20368 |
koppelen |
koppelen:
koppele (L210p Venray),
koppelle (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
koppelen; twee personen tot een huwelijk met elkaar brengen [lappen, koppelen] [N 87 (1981)] || Wat is de dialectbenaming voor: het bij elkaar zetten van duivers (doffers) en duivinnen? [N 93 (1983)]
III-2-2, III-3-2
|
32432 |
koppelmes |
bindmes:
bintmɛs (L210p Venray)
|
Mes met een kort lemmet waarvan de punt vaak gaffelvormig is. De klompenmaker gebruikt het koppelmes om klompen in paren bij elkaar te binden. Zie ook afb. 255. [N 97, 126; A 29a, 16a-b]
II-12
|
30142 |
koppenlaag |
koppenlaag:
kǫpǝlǭx (L210p Venray),
kopse laag:
kǫpsǝ lǭx (L210p Venray)
|
Laag in hun breedterichting liggende bakstenen. Zie ook afb. 38 en 41. [N 31, 23b; monogr.]
II-9
|
30133 |
koppenverband |
kopsverband:
kops˲vǝrbãnt (L210p Venray)
|
Metselverband waarbij alle stenen in een laag met de kop in zicht komen. De steen ligt daarbij op zijn platte kant. Zie ook afb. 38. [N 31, 24b]
II-9
|
30070 |
koppenverdeellat |
koppenlat:
kǫpǝlat (L210p Venray)
|
Maatlat die is onderverdeeld in eenheden die ieder één steenkop plus één stootvoeg lang zijn. Zie ook afb. 28. [N 31, 8b; monogr.; div.]
II-9
|
19325 |
koppig |
koppig:
köppef (L210p Venray),
köppig (L210p Venray),
krangs:
krángs (L210p Venray),
steens:
stɛns (L210p Venray),
steense knol:
stɛnsǝ knǫl (L210p Venray),
stens:
cf.Schuermans, pag. 677, s.v. stensen: dwingen, pruilen: Stenskop, pruiler, en een die nooit wil zooals anderen.
stens (L210p Venray),
wars:
wérs (L210p Venray),
wɛrs (L210p Venray)
|
[JG 1a; A 48A, 41a; N 8, 64h]koppig [SGV (1914)] || koppig, dwars || vasthoudend aan eigen wil of inzicht [koppig, steeg, kop] [N 85 (1981)]
I-9, III-1-4
|