| 27854 |
lading |
vracht:
vraxt (L210p Venray)
|
Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.]
I-10
|
| 18304 |
lage herenschoen, molière |
molire (fr.):
molières (L210p Venray),
mollières (L210p Venray)
|
herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 33680 |
lage, natte zandgrond |
broek:
brūk (L210p Venray)
|
[N 27, 35; R 3, 5]
I-8
|
| 30067 |
lagenmaat |
de hoogte:
dǝ høxt (L210p Venray),
lagenmaat:
lǭgǝmǭt (L210p Venray)
|
De dikte van één baksteen plus één lintvoeg. Zie ook afb. 28 en 41. [N 31, 8a; N 31, 7c; monogr.]
II-9
|
| 30068 |
lagenverdeellat |
lagenlat:
lǭgǝlat (L210p Venray)
|
Maatlat die is onderverdeeld in eenheden die ieder de dikte van één baksteen plus één voeg groot zijn. De lagenverdeellat heeft doorgaans een lengte van 1,10 m en wordt door de metselaar tegen de profielen gehouden om de laagverdeling daarop te kunnen aftekenen. Deze werkzaamheden werden in Q 3 'voegen aftekenen' ('vugǝ ǭftēkǝnǝ') en in L 414 'aftekenen' ('āftīkǝnǝ') genoemd. Zie ook afb. 28. [N 31, 8a; N 31, 8b; N 31, 7c; monogr.; div.]
II-9
|
| 30601 |
lak |
lak:
lak (L210p Venray)
|
Verf die is samengesteld uit vernis, standolie, terpentijn en zuivere verfstoffen. Zie ook het lemma ɛlakɛ in wld II.9, pag. 191.' [N 56, 50b; monogr.]
II-12
|
| 18147 |
lam |
lam:
lam (L210p Venray),
lām (L210p Venray),
lammetje:
lɛmkǝ (L210p Venray),
lɛmǝkǝ (L210p Venray),
liemes:
limǝs (L210p Venray),
liemesje:
limǝskǝ (L210p Venray),
schaapje:
sxøpkǝ (L210p Venray),
sxø̄pkǝ (L210p Venray),
sxø̜pkǝ (L210p Venray),
sxɛpkǝ (L210p Venray)
|
Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.]
I-12
|
| 19584 |
lamp |
lamp:
lamp (L210p Venray),
wiek:
wiek (L210p Venray)
|
lamp [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 19485 |
lampenpit |
kousje:
köwske (L210p Venray),
lampenkousje:
laampeköwske (L210p Venray),
lámpeköwske (L210p Venray),
lampenpit:
lampəpet (L210p Venray),
lemmet:
limmet (L210p Venray),
lemmetgaren:
limmetgare (L210p Venray),
wiek:
wiek (L210p Venray)
|
gloeikousje van een gaslamp || gloeikousje voor een gaslamp || katoenen pit voor olielamp || katoentje van een petroleumlamp || kousje van een gaslamp, petroleumgaslamp || lampepit [SGV (1914)] || lont
III-2-1
|
| 18164 |
lancet |
vlijm:
vlim (L210p Venray)
|
Lancet: plat mesje met fijne punt en zeer scherpe snede, in de chirurgie gebruikt (vlim). [N 84 (1981)]
III-1-2
|