e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omslagdoek (alg.) neusdoek: neuzek (Venray) schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek over mantel of jak neusdoek: neuzek (Venray), omslagdoek: umslagdōēk (Venray) omslagdoek die over mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omtrek, omvang omtrek: umtrek (Venray) de hoofdlijn die de grenzen van een figuur uitmaakt en er de vorm van bepaalt [omtrek, omkant] [N 91 (1982)] III-4-4
omzetten draaien: drājǝ (Venray), omzetten: omzętǝ (Venray), ømzętǝ (Venray) Het verleggen van de turven. De onderste worden boven en de bovenste worden onder gelegd. [I, 84] || Van de natte, kiemende gerst de onderste laag boven brengen. De invuller uit P 180 merkt op dat dit omzetten twee maal per dag geschiedt. Volgens de respondent uit L 210 maakt men hopen van ongeveer 25 cm hoogte om warmte, en daardoor broeiing te verwekken. [N 35, 11; N 35, 9; monogr.] II-2, II-4
onbelangrijk onbenullig: ônbenNULLig (Venray), weinig: wennig (Venray) niet veel [luttel, min, schriel, weinig] [N 91 (1982)] || van geen belang, niet belangrijk [ongewicht] [N 91 (1982)] III-4-4
onbeleefd lomp: lŏmp (Venray), lòmp (Venray) niet wellevend, handelend in strijd met de beleefdheid [onbeleefd, bot] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaafd lomp: lōmp (Venray), lòmp (Venray), onbeschoft: Zo wordt het ook wel genoemd.  onbeschòft (Venray) ruw, niet beschaafd [lomp, loer, boers, onbeschoft, nut] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaamd lomp: lòmp (Venray), van schapengrauw zijn: vgl. Meerlo-Wanssum Wb. (pag. 245): schaopegrauw, van schaopegrauw zien, verhard zijn, ongevoelig zijn. [schaop schaap]  van schoape groaw zien (Venray) geen schaamtegevoel hebbend [ekstrant, onbeschaamd] [N 85 (1981)] III-3-1
onbewolkt klaar: klaoar (Venray), kloar (Venray), klaar als de dag: kloar as ten dag (Venray), klare lucht: klaore lòcht (Venray) als [klaar ~ de dag] [SGV (1914)] || onverduisterd in licht, schijn of glans [helder, klaar, licht] [N 91 (1982)] || wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)] III-4-4
onbruikbaar maken, verbruien vernielen: (goederen).  verniele (Venray) onbruikbaar maken, zijn waarde doen verliezen [verworden, verdraaien, begaaien, verbruien, bederven, verpeuteren, nonen, verballemonden] [N 91 (1982)] III-4-4