id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
28431 | opspijlen | opspijlen: opspilǝ (Venray) | De korf van spijlen voorzien. Zie ook het lemma Verstevigingsspijlen. [N 63, 7a] II-6 |
34020 | opstaan | hop: hǫp (Venray) | Voermansroep om het paard op te doen staan. [N 8, 95j] I-10 |
26879 | opstapelen van de baggerturf | in schranken zetten: en sxrɛŋ zetǝ (Venray) | Het in bepaalde hopen opstapelen van de baggerturven. [I, HO] II-4 |
17900 | optillen | heffen: huffe (Venray), höffe (Venray, ... ), opheffen: òphèùfə (Venray) | (Op)heffen, tillen: in de hoogte heffen (beuren, heffen, tillen, lichten). [N 84 (1981)] || heffen, tillen [SGV (1914)] || optillen [RND] III-1-2 |
28579 | optissen | opbruisen: opbrūsǝ (Venray) | Het maken van geluid door de bijen als men de korf of kast opent. [N 63, 72] II-6 |
29979 | optoppen, oplangen | optoppen: optǫpǝ (Venray) | De steiger verhogen door de staanders met behulp van palen, de zgn. 'optoppers', te verlengen. De optoppers worden door middel van touwen aan de staanders gebonden en ze rusten op een op de staander gespijkerde, houten klos. [N 32, 5a; monogr.] II-9 |
29980 | optopper | optopper: optǫpǝr (Venray) | Houten paal waarmee de staander wordt verlengd. De optoppers worden met touwen aan de staanders vastgebonden en rusten op houten klossen die op de staanders zijn bevestigd. Zie ook afb. 19. [N 32, 5b] II-9 |
34000 | optuigen | aantouwen: antǫu̯ǝ (Venray) | Een trekpaard van het nodige trektuig voorzien. Men zet het hoofdstel op het hoofd van het paard, plaatst het haam om zijn nek, legt het schoftzadel op zijn rug en doet het achterhaam aan. Tenslotte gespt men de verschillende delen aan elkaar. [JG 1b; N 8, 97a; monogr.] I-10 |
20201 | opvoeden, grootbrengen | groottrekken: groeët trekke (Venray), optrekken: òptrekke (Venray), opvoeden: òpvoeje (Venray) | groot brengen (van kinderen) || opvoeden || opvoeden van een kind (soms) III-2-2 |
20207 | opvoeding | opvoeding: òpvoejing (Venray) | opvoeding III-2-2 |