21763 |
oude mens |
oude mens:
âlde meense
enne âlde meens (L210p Venray)
|
oude man [N 102 (1998)]
III-3-1
|
28454 |
oude raat |
oud(e) raat:
aldǝ rǭt (L210p Venray)
|
Reeds bebroede raat. Doordat celbodem en celhoeken niet schoongemaakt worden, wordt het volume van de gebruikte raat kleiner. In een oude, veel bebroede raat worden kleinere bijen geboren dan in een nieuwe raat. Dit betekent minder honing. De kleur van de aanvankelijk witte en lichtgele raat is door herhaaldelijk broeden van bruin tot zwart geworden. Deze verkleuring wordt vooral in de hand gewerkt door de uitwerpselen der larven. [N 63, 13e]
II-6
|
28526 |
oude stok |
oude stek:
aldǝ stɛk (L210p Venray)
|
Volk dat achterblijft in de korf of kast, als er gezwermd wordt. [N 63, 38b]
II-6
|
20319 |
oude vrouw |
mensje:
meenske (L210p Venray),
oud mens:
âld meens (L210p Venray),
oud vrouwmens:
âld vrommensj (L210p Venray),
âld vrowmeens (L210p Venray),
oud wijf:
en ald wief (L210p Venray),
oude vrouw:
en âlde vrouw (L210p Venray),
âlde meense
en âlde vrouw (L210p Venray),
wijfje:
wiēfke (L210p Venray)
|
iemand van oudere leeftijd ( oude man, oude vrouw, oude van dagen) [N 102 (1998)] || oud klein vrouwtje || oude vrouw [N 102 (1998)] || oude vrouw [kogehel] [N 86 (1981)] || oude vrouwtje
III-2-2, III-3-1
|
22317 |
oudejaarsavond |
oudejaarsavond:
aldejaoarsaovend (L210p Venray),
aldejaorsaovent (L210p Venray),
oudjaarsavond:
aldjaorsaovent (L210p Venray),
altjaorsaovent (L210p Venray),
altjaorsavend (L210p Venray)
|
Oudejaarsavond [silvesteraovent]. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
22318 |
oudejaarsdag |
oudejaar:
alde jaor (L210p Venray),
oudejaarsdag:
aldejaoarsdag (L210p Venray),
aldəjōͅrsdax (L210p Venray),
oudjaar:
âldjaor (L210p Venray),
oudjaarsdag:
aldjaorsdag (L210p Venray)
|
31 december [oudjaar]. [N 88 (1982)] || Oudejaarsdag. [N 06 (1960)] || Oudjaar, 31 december.
III-3-2
|
21762 |
ouden van dagen |
oude mensen:
âlde meense (L210p Venray)
|
ouden van dagen [N 102 (1998)]
III-3-1
|
20328 |
ouderlijk huis |
ouderlijk huis:
elderlek huus (L210p Venray, ...
L210p Venray),
âlderlek huus (L210p Venray),
stamhuis:
huis dat al heel lang eigendom van de familie is en waarin men geboren is
stámhuus (L210p Venray)
|
ouderlijk huis || stamhuis
III-2-2
|
20229 |
ouders |
oudelui:
aldeluu (L210p Venray),
âldeluuj (L210p Venray),
ouderpaar:
âlderpaar (L210p Venray),
ouders:
alders (L210p Venray, ...
L210p Venray),
ālders (L210p Venray, ...
L210p Venray),
elder (L210p Venray),
elders (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray),
âlders (L210p Venray),
cf. Venrays Wb. s.v. "elder"; mv. "elders
elders (L210p Venray)
|
ouder (= vader, moeder) || ouderpaar || ouders [SGV (1914)] || ouders; Komt dit woord in het dialect wel voor? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
18189 |
ouderwets |
ouderwets:
àlderwets (L210p Venray)
|
ouderwets [SGV (1914)]
III-1-3
|