| 24618 |
spar |
fijne den:
picea excelsa
fienendén (L210p Venray),
kerstboom:
Veldeke 1979, nr. 1
kersboëm (L210p Venray),
spar:
WLD
spar (L210p Venray)
|
De spar (i.h.b. de fijnspar, zilverspar) (spar, mast). [N 82 (1981)] || fijnspar
III-4-3
|
| 21895 |
sparen |
sparen:
spaare (L210p Venray)
|
bewaren, niets opmaken, om zijn bezit te vergroten [sparen, muiken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 17963 |
spartelen |
spartelen:
spartele (L210p Venray)
|
spartelen [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 18091 |
spatader |
spatader:
spat-aor (L210p Venray),
spatader (L210p Venray),
spatoar (L210p Venray)
|
spatader [SGV (1914)] || Spatader: plaatselijk uitgezette ader met dikke blauwachtige knobbels; blijvende uitzettting van een ader vooral in de benen (spat, ader, spatader, puilader, aderspat). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 24993 |
spatten |
spuiten:
speute (L210p Venray),
spötte (L210p Venray)
|
in of als kleine deeltjes op- of wegspringen, gezegd van vloeibare zaken [spatten, spiertsen, spinten, spetten, drasjken] [N 91 (1982)] || spatten [SGV (1914)]
III-4-4
|
| 22003 |
speciale lokroepen |
kom maar:
kom mar (L210p Venray)
|
Kent U speciale lokroepen? Hoe luiden die? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 30561 |
speciebord |
spaarbord:
spārbǫrt (L210p Venray),
voegblad:
vūx˱blat (L210p Venray
[(voor voegwerk)]
)
|
Rechthoekig plankje met aan de onderzijde een handvat, van waaraf men de specie tegen de muur strijkt of in de voegen drukt. Zie ook afb. 87. De 'sperwer' bestaat uit een houten draagvlak dat is gemonteerd op een houten steel die naar onderen toe breder uitloopt en zo is uitgehold dat men hem op een knie kan zetten. Het draagvlak is bestemd voor de specie waarmee het plafond werd bepleisterd. De 'sperwer' werd in Q 121 ook 'pleisterstoel' genoemd (Lochtman, pag. 22). [N 30, 10; N 30, 9; monogr.]
II-9
|
| 20770 |
speculaas |
klaasmannetje:
klaosmenneke (L210p Venray),
speculatie:
spikklássie (L210p Venray),
speculatiekerel:
spikklássiekél (L210p Venray)
|
speculaas || speculaasje || speculaaspop
III-2-3
|
| 21888 |
speculeren |
speculeren:
spikeliere (L210p Venray)
|
kopen, verkopen of wachten met kopen of verkopen in de verwachting winst te maken door stijging of daling van prijzen [lippen, speculeren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 17782 |
speeksel |
spij:
speej (L210p Venray),
spi-j (L210p Venray)
|
Speeksel: het mondvocht, afscheiding van bepaalde klieren in de mond (smurrie, tuf, spuw, speek, jodevet, speeksel). [N 84 (1981)]
III-1-1
|