e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trapleer huishoudtrap: huushâldtráp (Venray), leer: \'n Häöltere lieër Hoonderd poond mit de lieër: een geslacht varken licht van gewicht Wie \'n lieër wil beklimme, mótòp de underste sproot beginne: wie iets wil bereiken , zal eenvoudig moeten beginnen  lieër (Venray), trapleer: tráplieër (Venray, ... ) kleine verplaatsbare trapleer voor huishoudelijk gebruik || trapladder || trapleer III-2-1
trapleuning leun: lø̄n (Venray), leuning: lø̄neŋ (Venray) Geprofileerde lijst die bij het op- en afgaan van de trap als steun kan worden gebruikt. De trapleuning wordt boven de buitenboom tegen de muur aangebracht of boven de binnenboom op balusters bevestigd. [N 55, 136; Wi 13b; L 12, 6; L 37, 31; monogr.] II-9
traploper loper: luuëper (Venray, ... ), traploper: trápluuëper (Venray) gangloper || traploper III-2-1
trappaal trappepost: trapǝpǭst (Venray), trappost: trappǭst (Venray) De eerste, verzwaarde stijl van een trapleuning. [N 55, 137; monogr.] II-9
trappelen trampelen: trampele (Venray), trappelen: tráppele (Venray) Trappelen: in vlug tempo de voeten beurtelings oplichten en weer neerzetten (trappelen, trampelen, droebelen). [N 84 (1981)] III-1-2
trappelende bewegingen maken dabben: dabǝ (Venray), drempelen: drɛmpǝlǝ (Venray) Het paard tilt de poten hoog genoeg op, maar werpt ze niet vooruit; het blijft ter plaatse trappelen. [N 8, 70b en 71] I-9
traproede roede: Ki‰k uut, dat \'r gén roeje van de tráp losligge  roej (Venray), traproede: tráproej (Venray) metale roede,stang || ronde of platte staaf om een traploper vast te leggen III-2-1
trechter trechter: traechter (Venray), trechter (Venray), tuit: toēt (Venray), tuitje: tuutje (Venray) spits toelopend trechtertje || trechter [SGV (1914)] III-2-1
trede traptrede: traptrēj (Venray), trede: triǝj (Venray) Elk van de horizontale, schuin boven elkaar gelegen delen van een trap. Bij een eenvoudige trap bevindt zich tussen de treden een open ruimte, bij andere trappen een verticaal stootbord. De treden worden van voren rond of geprofileerd bewerkt en hebben doorgaans een dikte van 28 tot 45 mm. Zie ook afb. 68. [N 55, 104a; N 79, 15; monogr.] II-9
trein trein: trein (Venray, ... ) een reeks spoorwagens die door een locomotief tegelijk worden voortgetrokken [trein, vapeur, avapeur] [N 90 (1982)] III-3-1