e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tweede luiden voor de mis kleppen: et klept (Venray), het klept (Venray), kleppe (Venray), luiden: luuje (Venray) De klok luiden vóór de aanvang van de doordeweekse mis(sen). [N 96A (1989)] || Het luiden van de klokken op zondag een half uur en/of een kwartier vóór de aanvang van de vroegmis, de hoogmis, het lof of de vespers. [N 96A (1989)] || Het tweede luiden vóór de hoogmis [tezamen luiden, tsezame loeë]. [N 96A (1989)] III-3-3
tweeling tweeling: twelling (Venray) tweeling III-2-2
tweesteense muur tweesteense muur: twiǝstɛnsǝ [muur] (Venray  [(ongeveer 44 cm)]  ) Muur waarvan de dikte gelijk is aan de lengte van twee metselstenen. Zie voor de fonetische documentatie van het woord en woorddeel '(muur)' het lemma 'Muur'. [N 31, 37d; monogr.] II-9
twijg, jonge tak tak: Veldeke 1979, nr. 1  ták (Venray), WLD  tak (Venray), teen: tieën (Venray) Een twijg, een jonge tak (bent, twijg, wis, sprik, tak, teen). [N 82 (1981)] || twijg III-4-3
ui, ajuin look: loewk (Venray), loeëk (Venray), look (Venray), = mv  loewk (Venray) [DC 13 (1945)]ui I-7
uienpannenkoek lokekoek: loeëkekoēk (Venray, ... ) uienpannekoek || uienpannenkoek III-2-3
uiensoep lokensoep: loeëkesoep (Venray) uiensoep III-2-3
uier koesuier: kuwsiǝr (Venray), uier: iǝr (Venray, ... ), īr (Venray) [JG, 1b; A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a en 39b]De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] I-11, I-9
uieren zucht: zøxt (Venray) Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.] I-11
uierkwartier kwartier: kwártīr (Venray) Kwartier van de koeuier in het algemeen. [A 9, 12] I-11