e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uil peeluil: kwam vroeger veel in de Peel voor  pieëluul (Venray), uil: uul (Venray), ŭŭl (Venray) uil [SGV (1914)] || velduil III-4-1
uit (voetbal) out (eng.): out (Venray), uit: Bìj dat spelleke zie ik zoeë uut. Var. áf zien.  uut zien (Venray) (De bal is) uit. [DC 49 (1974)] || 2. Uitgeteld zijn, buiten spel staan. III-3-2
uit de rij zetten uit de rij zetten: yt ˲dǝ rēj zętǝ (Venray) De korven een meter voor de stal zetten. Door de korven uit de rij te zetten kan men het zwermen van zwermachtige volken ook verhinderen. De meeste vliegbijen komen bij de zwakkere buren terecht. Hierdoor moeten de zwermzuchtige bijen eerst nieuwe vliegbijen zien te krijgen om weer te kunnen zwermen. Vergelijk het lemma Koud Zetten. [N 63, 96a; monogr.] II-6
uit de tegengestelde richting dan die van de losplaats aankomen verkeerd: verkierd (Venray) Hoe zegt men: uit een richting tegengesteld aan die van de losplaats? [N 93 (1983)] III-3-2
uit een andere richting dan die van de losplaats aankomen verkeerd: verkierd (Venray) Hoe zegt men: uit een andere richting dan die van de losplaats? [N 93 (1983)] III-3-2
uit een schuine richting t.o.v. die van de losplaats aankomen verkeerd: verkierd (Venray) Hoe zegt men: uit een richting schuin ten opzichte van die van de losplaats? [N 93 (1983)] III-3-2
uitblinken uitblinken: uutbleenke (Venray) schitteren boven iets of iemand anders, bijzonder begaafd zijn [uitstek zijn, uitblinken] [N 85 (1981)] III-1-4
uitbrander rappelement: rabbelement (Venray, ... ) een lichte afkeuring als straf [ripplement, rappelement, afkemming, kemming, afleiding, schelles, berisping] [N 85 (1981)] || een sterke berisping [uitschijter, schrobbering, schoefeling] [N 85 (1981)] III-1-4
uitdenken uitprakkiseren: uutprakkeziere (Venray), uutprákeziere (Venray), uitvinden: uutviende (Venray) door nadenken ontwerpen; verzinnen [uitfineren, figeleren, uitprakkezeren, bedenken] [N 85 (1981)] III-1-4
uiten kwijt worden: kwiet werre (Venray), uiten: uute (Venray) uitspreken; te kennen geven [uiten, uiteren, lossen] [N 87 (1981)] III-3-1