e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wastafel, wasbak wasbak: wâsbák (Venray), wastafel: wâstoffel (Venray) wasbak || wastafel III-2-1
wastafeltje in de sacristie lavabo (lat.): lavabo (Venray), wasbakje: wasbekske (Venray) Het wastafeltje of fonteintje in de sacristie, lavabo. [N 96A (1989)] III-3-3
wastobbe, wasteil waskuip: wâskuup (Venray) wastobbe III-2-1
wasvrouw wasmaagdje: meisje alleen in dienst voor de grote was te doen  wâsmegje (Venray), wasvrouw: wasvrouw (Venray), wâsvrow (Venray), Wat zien \'r vort toch \'n dél sláppe délle ien de waereld, zaej de wesvrow en zij haaj \'n schòttelslet ien de hând  wesvrow (Venray), waswijf: Notes/opm. v.d. invuller: Hier heeft elke huisvrouw altijd haar eigen was gedaan en hiervoor was dus ook geen bijzondere naam. Mannen in hoofdzaak, maar ook wel vrouwen, die veel praten maar weinig zeggen worden hier wel \"waswief\"genoemd.  waswief (Venray) Hoe noemt u de wasvrouw? (wasvrouw, wasses) [N 104 (2000)] || wasmeisje || wasvrouw III-2-1
water opbrengen pompen: pompen (Venray) Beslagwater in de beslagkuip brengen. [N 36, 35a; monogr.] II-2
waterdamp, wasem zwaai: zwaaj (Venray), De zwaaj löpt langs de mure nor de legt: de(gecondenseerde) waterdamp loopt langs de muren omlaag  zwaaj (Venray) stoom || waterdamp, wasem III-2-1
waterdorpel raamdorpel: rāmdørpǝl (Venray) Horizontale laag bakstenen of natuursteen aan de onderkant van een raamkozijn. De waterdorpel wordt vooral toegepast bij zeer dikke muren. Wordt de dorpel uit bakstenen samengesteld, dan worden deze gemetseld in de vorm van een afwaterend gestelde rollaag. Zie ook afb. 57e. In Q 194 werd voor een waterdorpel gebruik gemaakt van 'ijzerklinkers' ('īzǝrklēŋkǝrs'), in K 353 van arduin. [N 55, 44c; N 32, 12c; L 31, 12a; monogr.; S 39, add.; A 46, 10c, add.] II-9
waterhoen snaterhennetje: snaeterhenneke (Venray), waterhennetje: waterhenneke (Venray) waterhoen (33 rode bles en wit onder de staart, die vaak wordt opgewipt; algemeen [N 09 (1961)] || waterhoentje III-4-1
waterige kost dunnigheid: As ge maagpien het, kunde t baest allieën már wat dunneghejd aete  dunneghejd (Venray), poelie: poelie (Venray, ... ), De poelie klotst in mienen boek  poelie (Venray) slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)] || vloeibaar dun voedsel || vloeibaar voedsel in de maag III-2-3
waterketel waterketel: wātǝrkētǝl (Venray) De ketel waaruit het water voor het beslag wordt gehaald. Uit de woordtypen "warmwaterketel" (L 250, L 325, Q 95), "warmwaterbak" (L 362, P 120) en "warmwaterkuip" (Q 32) blijkt dat het beslagwater reeds op een bepaalde temperatuur is gebracht. In Q 99 is de waterketel van ijzer vervaardigd. [N 35, 27] II-2