e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

Gevonden: 6060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dal, vallei laagte: lecht (Venray), legt (Venray), ⁄n legt (Venray), slenk: slink (Venray), ⁄n slink (Venray) dal, vallei, stuk land dat gelegen is tussen meerdere heuvels of bergen [del] [N 81 (1980)] || laagte [SGV (1914)] || laagte, slenk, stuk land dat gelegen is tussen twee heuvels [diepte, zonk, zink, put, kwacht, zomp, zak, slaai] [N 81 (1980)] III-4-4
dam dam: dam (Venray), dám (Venray), dijk: diek (Venray) de in en dwars over een water opgeworpen wal die dient om het water te keren, de stroom te leiden of te verdelen (dam, menuët) [N 90 (1982)] III-3-1
damesblouse bloes: bloes (Venray) damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)] III-1-3
damesfiets damesfiets: dames fiets (Venray), vrouwluifiets: vrollie-fiets (Venray) Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar vrouwen op rijden [N 99 (1991)] III-3-1
dameshoed? hoed: hoed (Venray) dameshoed [N 25 (1964)] III-1-3
dameskous? kous: Anna hedde en paar neeje koose (Venray), Anna, hedde e paar niej kouse (Venray) Anna, heb je een paar nieuwe kousen? [DC 14A (1946)] III-1-3
damesmantel mantel: mantel (Venray), mantels (Venray) mantel [SGV (1914)] || mantels (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
damesonderbroek onderboks: onderboks (Venray), onderboks voor vrouwlui: onderboks vör vrollie (Venray), vrouwluiboks: vrolieboks (Venray), vrollie boks (Venray, ... ) Onderbroek voor vrouwen. [DC 62 (1987)] III-1-3
damp, stoom stoom: stooum (Venray), wasem: wasjem (Venray), wássem (Venray) damp van kokend water [DC 28 (1956)] || stoom [SGV (1914)] || wasem, damp III-4-4
dampen dampen: daampe (Venray, ... ), dampen (Venray), dámpe (Venray), fompen: foompe (Venray), fòmpe (Venray), smoken: smoeëke (Venray), smōēeke (Venray), stomen: (= damp v.d. waterketel).  stoeëme (Venray), zwaaien: De moeër stöt te zwaaje òp \'t fernuus: de waterketel staat te stomen op het fornuis  zwaaje (Venray) dampen || intensief de pijp of sigaren roken || paffen || paffen; Hoe noemt U: Op een hoorbare manier roken; geweldig veel roken (paffen, plotsen) [N 80 (1980)] || roken || roken met dikke walm || wasemen || Wat zegt u in uw dialect tegen \"dampen\"? (dampen, dompen, doempen) [N 104 (2000)] III-2-1, III-2-3