e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

Gevonden: 6060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de stal uitmesten leegkruien: lēxkryi̯ǝ (Venray), uitmesten: ytmestǝn (Venray) De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.] I-11
de stuipen hebben de stuipen hebben: stupe hebbe (Venray), kramp hebben: krámp hebbe (Venray) stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)] III-1-2
de stuipen krijgen de stuipen krijgen: de stuupe krīēge (Venray) stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)] III-1-2
de tafel afruimen afzetten: afzetten (Venray), de tafel afdekken: (bestek enz.).  de toffel aafdekke (Venray), de tafel schoonmaken: (poetsen, schuren).  de toffel schonmake (Venray) Wat is bij u de uitdrukking voor \'de tafel afruimen\'? (afvegen, afkuisen) [N 104 (2000)] III-2-1
de tafel dekken de tafel vaardigmaken: de toffel verrig make (Venray), dekken: dekke (Venray), opdekken: vleis, vis, geveugelt  ōpdekke (Venray) tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1
de teellaag afgraven grond afzetten: grǭnt˱ af˲zę ̞tǝ (Venray) De aarde boven de kleilaag verwijderen. In Q 83 werd de laatste zandlaag vermengd met de kleilaag. [N 98, 19; monogr.] II-8
de vier zijden van een bikkelbeentje staafje: Vgl. sub hilt: Dit been heeft een vierhoekige vorm met afgeronde hoeken, en meet ± 5 x 2 1/2 cm. In het midden het merggat, de kule. De dikte is ± 3 cm. Aan de bovenzijde is het beentje niet vlak, doch enigszins hol. Verdere benamingen van de zijden van een hilt: bu:kele, stäöfke, stäöntje.  stäöfke (Venray), steuntje: Vgl. sub hilt: Dit been heeft een vierhoekige vorm met afgeronde hoeken, en meet ± 5 x 2 1/2 cm. In het midden het merggat, de kule. De dikte is ± 3 cm. Aan de bovenzijde is het beentje niet vlak, doch enigszins hol. Verdere benamingen van de zijden van een hilt: bu:kele, stäöfke, stäöntje.  stäöntje (Venray) Zie hilte: [Een van de zijden van een bikkel]. III-3-2
de vier zijden van een bikkelbeentje add. buikelen (ww.): Vgl. sub hilt: Dit been heeft een vierhoekige vorm met afgeronde hoeken, en meet ± 5 x 2 1/2 cm. In het midden het merggat, de kule. De dikte is ± 3 cm. Aan de bovenzijde is het beentje niet vlak, doch enigszins hol. Verdere benamingen van de zijden van een hilt: bu:kele, stäöfke, stäöntje.  būkele (Venray) Zie hilte: [Een van de zijden van een bikkel]. III-3-2
de voor het spel uitgekozen duif in een mand stoppen inkorven: ien kûrve (Venray) de voor het spel uitgekozen duif op het hok in een mand stoppen? [N 93 (1983)] III-3-2
de was blauwen blauwselen: blauwsele (Venray, ... ), blauwselen (Venray) blauwen [de wasch ~ ] [SGV (1914)] || Wat is bij u de uitdrukking voor \'de was blauwen\'? (blauwen, blauwselen) [N 104 (2000)] III-2-1