33916 |
dempig |
dempig:
dɛmpex (L210p Venray)
|
Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6]
I-9
|
24526 |
den |
den:
dén (L210p Venray),
Veldeke 1979, nr. 1
den (L210p Venray),
grove den:
WLD
grōve den (L210p Venray),
spaans groen:
sooert den
spans gruun (L210p Venray)
|
De den (in het bijzonder de grove den) (den, del, mast, spar). [N 82 (1981)] || den, denneboom || denneboom
III-4-3
|
19048 |
denken |
denken:
denke (L210p Venray)
|
denken [SGV (1914)]
III-1-4
|
24476 |
dennenappel |
dennenschob:
denneschōāp (L210p Venray),
pegel:
pegel (L210p Venray),
schobje:
schöpke (L210p Venray),
Veldeke 1979, nr. 1
schöpke (L210p Venray),
WLD
schûpke (L210p Venray)
|
De vrucht van een den, denne-appel (prop, bol, kegel, knop, fobbes, kroot, krutje, rots, dop, papekul, noot, kooi, tod, pil, appel). [N 82 (1981)] || denneappel || dennenappel [SGV (1914)] || sparappel
III-4-3
|
22087 |
dennennaalden |
dennennaalden:
[ook verkortingsboogje boven a ]
dennenŏald (L210p Venray),
pitser:
pitser (L210p Venray)
|
dennenaald || dennennaald [SGV (1914)]
III-4-3
|
24566 |
dennentakje met een harsknopje |
wierook:
Veldeke 1979, nr. 1
wierrik (L210p Venray),
WLD
wieruk (L210p Venray)
|
Een dennetakje met een bolvormig knopje terpentijn aan het einde (oliekop, olieknop, olielampje, luchtlampje). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24537 |
dennenwortel |
poest:
Veldeke 1979, nr. 1
poest (L210p Venray),
WLD
poest (L210p Venray)
|
De wortel van een denneboom (puist, stronk, wortel, stol). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
25748 |
derde aftreksel |
derde aftreksel:
derde aftreksel (L210p Venray)
|
De vloeistof die de derde keer uit het beslag gewonnen wordt. Uit de opgaven blijkt dat slechts in weinig brouwerijen een derde aftreksel gemaakt werd. Sommige brouwers wisten niet eens dat het gebeurde. [N 35, 54; N 35, 40]
II-2
|
20597 |
desemen |
kneden:
knaeie (L210p Venray)
|
desemen; Hoe noemt U: Zuurdeeg in het beslag voor brood doen, desemen (zuren, mengen, desemen, het zuur zetten) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20946 |
dessert |
achterna:
axtərnōͅ (L210p Venray)
|
toetje, dessert
III-2-3
|