20795 |
aardappelsalade |
aardappelsalade:
koude gekookte aardappelen, gesneden in schijfjes of blokjes, waarna deze vermengd worden met azijn, olie, peper en zout
aerpelslaaj (L244a Veulen),
koude schotel:
kâldeschòttel (L244a Veulen)
|
aardappelsalade || huzarensalade
III-2-3
|
18905 |
aarden |
zijn eigen begeven:
zien aege begaeve (L244a Veulen)
|
wennen
III-1-4
|
19509 |
aardewerk |
aardewerk:
aerdewaerk (L244a Veulen)
|
aardewerk
III-2-1
|
19283 |
aarzelen |
rikraaien:
rikraoje (L244a Veulen)
|
twijfelen, aarzelen, dubben etc.
III-1-4
|
19678 |
achterdeur |
achteruitgang:
aachteruutgáng (L244a Veulen)
|
achterdeur
III-2-1
|
19445 |
achteruit |
plaats:
pláts (L244a Veulen)
|
erf achter het huis
III-2-1
|
19803 |
afdak |
afdak:
áfdák (L244a Veulen)
|
afdak
III-2-1
|
30715 |
afkrabben |
afkrebberen:
afkrɛbǝrǝ (L244a Veulen),
krebberen:
krɛbǝrǝ (L244a Veulen)
|
Oude verf met behulp van een krabber verwijderen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Verfkrabber'. [N 67, 68c; monogr.]
II-9
|
19872 |
afrikaantje |
stinkertje:
Tagetes
stinkerke (L244a Veulen),
tagetes
stinkerke (L244a Veulen)
|
Afrikaantje (tagetes patula). De bladeren zijn samengesteld en tevens ovaal. De bloemkorfjes staan op zeer verdikte stelen. Het zijn lage plantjes, welke vaak gebruikt worden voor randen en mozaïek-perken. De bloemen zijn donkergeel, meest met bruin gekle
III-2-1
|
31864 |
afschuinen |
afschuinen:
áfsxynǝ (L244a Veulen)
|
De kant van een stuk hout, bijvoorbeeld een plank, schuin afschaven. [N 53, 125a; monogr.]
II-12
|