19415 |
het vuur doven |
uitdoen:
Ge mòt de lámp ientieds uutdo‰n
uutdoēn (L244a Veulen)
|
(uit)doven
III-2-1
|
20678 |
hete bliksem |
hete bliksem:
hettenbliksem (L244a Veulen)
|
stamppot van aardappelen met peren of appelen
III-2-3
|
31609 |
hoefmes |
kapmes:
kápmɛs (L244a Veulen)
|
Het mesachtige werktuig waarmee de paardenhoef wordt bijgesneden en gereinigd alvorens het nieuwe hoefijzer wordt geplaatst. Zie ook afb. 228. Invullers uit L 165 en L 213 gebruikten een tang om hoorn van de hoef af te knippen. [JG 1a; JG 1b; N 33, 363-365; monogr.; N 33, 181]
II-11
|
31592 |
hoefstal, noodstal |
noodstal:
notstal (L244a Veulen)
|
Een uit houten planken of metalen buizen vervaardigd gestel dat vóór of in de smidse is opgesteld. Wanneer een paard moet worden beslagen, wordt het in de hoefstal geplaatst. Zie ook afb. 220. [N 33, 6; N 33, 374; S 14; L 1a-m; L 1u, 96; L B2, 278; A 43, 15; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
II-11
|
32445 |
hoge klomp |
huifklomp:
hūf[klomp] (L244a Veulen),
kapklomp:
kap[klomp] (L244a Veulen)
|
Klomp met een hoge en lange, tot boven de wreef doorlopende kap. De klompopening sluit bij dit type klompen goed om de voet zodat er geen klompenriem nodig is. Zie ook afb. 259. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ. De kapklomp die in en rond Venray (L 210) bekend was, was een luxe hoge klomp die versierd was met koperen spijkers. Hij was volgens het Venrays woordenboek (pag. 227), ondanks de hoge kap toch van een leren band voorzien en werd op zondag gedragen.' [N 24, 70b; monogr.]
II-12
|
20524 |
homp brood |
homp:
hōmp (L244a Veulen)
|
homp
III-2-3
|
19784 |
hond |
hond:
hoond (L244a Veulen, ...
L244a Veulen),
as ge ovver d\'n hoond kómt, kòmde ok ovver de stárt: wanneer men iets aangaat moet men ook de gevolgen dragen Bekend staon as d\'n boonten hoond: in de omgeving bekend staan als persoon met verdacht gedrag D\'n hoond löpt de pieël òp: een jongen gaat het ouderlijk huis uit Ennen bángen hoond bláft mieër, asdat hij biet: van dreigen hoeft men niet veel te vrezen kòmmandieër òwwen hoond en bláft aeges: wel bevelen geven, maar zelf niets uitvoeren Twiwë kwoj heund biete mekaar nie: Boze mensen zijn het gauw met elkaar eens, wanneer zij zich tegen een derde keren Wie aens hoond hiet, hiet vort âltied hoond: wie eens een misstap begaan heeft, wordt hier altijd voor nagewezen Groeëte heund biete mekaar nie: grote heren sparen elkaar Dat is ennen hoond van \'n paerd , zaej de jòng en toen reej hij òp \'n kat: in het kleine toch het grootte zien
hoond (L244a Veulen)
|
hond
III-2-1
|
19782 |
hondenhok |
hondenhok:
hoondehok (L244a Veulen),
hondskooi:
hoondsköj (L244a Veulen)
|
hondehok || hondenhok
III-2-1
|
20767 |
hoofdkaas |
persvlees:
pársvlejs (L244a Veulen, ...
L244a Veulen)
|
hoofdkaas || zult
III-2-3
|
19654 |
hoofdkussen |
kafkussen:
kaafkusse (L244a Veulen),
kopkussen:
kopkusse (L244a Veulen)
|
hoofdkussen || hoofdkussen gevuld met kort stro
III-2-1
|