19321 |
opscheppen |
snoeven:
snoēve (L244a Veulen),
stuiten op zijn eigen:
stute òp zien aege (L244a Veulen),
zwavelen:
zwaevele (L244a Veulen),
zwetsen:
zwetse (L244a Veulen)
|
opsbnijden, pochen || opscheppen, snoeven || opsnijden, opscheppen || pochen, opscheppen
III-1-4
|
19322 |
opschepper |
bruis:
broēs (L244a Veulen),
grootmuil:
grótmoel (L244a Veulen),
stuiter:
stuter (L244a Veulen),
windbuil:
wiendbuul (L244a Veulen),
zwetsbuil:
zwetsbuūl (L244a Veulen)
|
opschepper || opschepper, opsnijder || opschepper, pocher || opschepper, snoever
III-1-4
|
29997 |
opvulzand |
papzand:
pap˲zānt (L244a Veulen
[(id)]
)
|
Zand dat wordt gebruikt voor aanvulling, maar niet voor het metselwerk zelf. Zie voor het woordtype 'letchi' a. Stevens, 'T√∫ngërsë Dïksjënêer', pag. 328, s.v. 'lètsji'. [N 30, 36b; monogr.]
II-9
|
19465 |
overgordijn |
gordijn:
Achter de gerdiene gaon: gaan slapen Schón gerdien hebbe, már gén lakes: zich beter voordoen dan men is
gerdien (L244a Veulen)
|
gordijn
III-2-1
|
19050 |
overtuigen |
overtuigen:
ovvertūge (L244a Veulen)
|
overtuigen
III-1-4
|
30122 |
overwelven |
verwelven:
vǝrwølǝvǝ (L244a Veulen)
|
Een ruimte overwelven met behulp van één gewelf. 'Dalles' in het woordtype 'dalles leggen' (Q 3) is de benaming voor een soort holle bakstenen die voor vloeren worden gebruikt. De stenen worden op de bouwplaats tot vloerelementen verwerkt en na verharding op de bouwmuren gelegd. Zij geven een vlakke overdekking. Zie ook het lemma 'Holle steen' in wld ii.8, pag. 71. [N 32, 22a; monogr.]
II-9
|
30283 |
paneel |
paneel:
pǝniǝl (L244a Veulen)
|
Het min of meer rechthoekige, houten vlak dat door de stijlen en regels wordt omlijst. Zie ook afb. 170 en het lemma ɛpaneelɛ in wld II.9, pag. 121.' [N 56, 130a; monogr.]
II-12
|
20841 |
paneermeel |
paneermeel:
penieërmael (L244a Veulen)
|
paneermeel
III-2-3
|
20858 |
panharing |
braadharing:
braojherring (L244a Veulen),
panharing:
groene haring om in de pan te bakken
panherring (L244a Veulen)
|
panharing
III-2-3
|
31727 |
panlat |
panlat:
panlat (L244a Veulen)
|
Lat met een formaat van ongeveer 2 x 3.5 cm (1 x 1.5 duim) die vooral bij dakbedekkingen wordt gebruikt om er de dakpannen op te leggen. Zie ook het lemma ɛpanlattenɛ in wld II.9, pag. 107.' [N 50, 73b; monogr.]
II-12
|