e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L244a plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 970
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raam raam: rām (Veulen) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raapstelenstamppot stelenmoes: stelemoes (Veulen) stamppot van raapstelen III-2-3
raar, vreemd aardig: areg (Veulen), raar: raar (Veulen), vreemd: vrimd (Veulen) gek, ongewoon, vreemd, zonderling || raar, zonderling || vreemd, raar III-1-4
raden raden: raoje (Veulen) raden, gissen III-1-4
ragebol spinnenjager: spinnejaeger (Veulen) ragebol III-2-1
ramen lappen afzemen: áfzieëme (Veulen), zemen: glazen, ruiten en glanzende oppervlakts droog wrijven met een zeemleren doek  zieëme (Veulen) afzemen, met een zeem afdoen || zemen III-2-1
rammelaar rammel: remmel (Veulen), remməl (Veulen) konijn, mannetje [DC 04 (1936)] || rammelaar, mann. haas of konijn III-2-1
ranzig garst: gārst (Veulen), garstig: gārstex (Veulen), rans: râns (Veulen), ranzig: rânzeg (Veulen) ranzig || sterk ruikend, sterk smakend van olie, vet, boter III-2-3
rasp raspel: Râsp dat aend haolt mit \'n râspel \'n bitje mieër vlák  râspel (Veulen), rijf: riēf (Veulen), rijfje: riēfke (Veulen) keukenrasp || rasp || vlakke of holle keukenrasp III-2-1
raspen raspelen: râspele (Veulen), raspen: met het doel "ri‰fko‰k"te bakken of aardappelmeel te winnen  aerpelriēve (Veulen), rijven: riēve (Veulen, ... ), met het doel \"ri‰fko‰k\"te bakken of aardappelmeel te winnen  riēve (Veulen) aardappelen raspen || raspen III-2-1, III-2-3