e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veulen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spreuk spreuk: spryək (Veulen) een spreuk [ZND A2 (1940sq)] III-3-1
spuwbakje, kwispedoor spijbak: kwispedoor  speejbak (Veulen) spuwbak III-2-1
staart stubstaart: ve paard, hond of kat  stoebstárt (Veulen) staart, gecoupeerde — III-2-1
staartriem staartteugel: staartteugel (Veulen) Riem die onder de staart van het paard doorloopt en aan het haam of aan het borsttuig is vastgemaakt als het paard geen zadel draagt. Dit onderdeel van het paardetuig was al aan het verdwijnen in de laatste fase van het met kar en paard rijden. Het belet dat het haam naar voren schuift als het paard het hoofd buigt. [JG 1b, 1c, 2b, 2c; monogr.] I-10
stal stal: stã.l (Veulen) Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim] I-6
stamppot potage: petázzie (Veulen), pótázzie (Veulen) stamppot III-2-3
stamppot met stokvis pratmoes: pratmoes (Veulen) soort stamppot III-2-3
stamppot spruiten spruitenmoes: sprutemoes (Veulen) stamppot van spruiten III-2-3
stamppot witte kool witmoes: witmoes (Veulen) (stamppot van) gekookte witte kool III-2-3
steeg, steegje steeg, steegje: stegəkə (Veulen) een wegeltje tussen twee huizen of hagen [ZND B2 (1940sq)] III-3-1