| 21534 |
spreuk |
spreuk:
spryək (P196p Veulen)
|
een spreuk [ZND A2 (1940sq)]
III-3-1
|
| 19428 |
spuwbakje, kwispedoor |
spijbak:
kwispedoor
speejbak (L244a Veulen)
|
spuwbak
III-2-1
|
| 20125 |
staart |
stubstaart:
ve paard, hond of kat
stoebstárt (L244a Veulen)
|
staart, gecoupeerde —
III-2-1
|
| 33976 |
staartriem |
staartteugel:
staartteugel (P196p Veulen)
|
Riem die onder de staart van het paard doorloopt en aan het haam of aan het borsttuig is vastgemaakt als het paard geen zadel draagt. Dit onderdeel van het paardetuig was al aan het verdwijnen in de laatste fase van het met kar en paard rijden. Het belet dat het haam naar voren schuift als het paard het hoofd buigt. [JG 1b, 1c, 2b, 2c; monogr.]
I-10
|
| 28377 |
stal |
stal:
stã.l (P196p Veulen)
|
Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim]
I-6
|
| 20677 |
stamppot |
potage:
petázzie (L244a Veulen),
pótázzie (L244a Veulen)
|
stamppot
III-2-3
|
| 20757 |
stamppot met stokvis |
pratmoes:
pratmoes (L244a Veulen)
|
soort stamppot
III-2-3
|
| 20914 |
stamppot spruiten |
spruitenmoes:
sprutemoes (L244a Veulen)
|
stamppot van spruiten
III-2-3
|
| 20918 |
stamppot witte kool |
witmoes:
witmoes (L244a Veulen)
|
(stamppot van) gekookte witte kool
III-2-3
|
| 21260 |
steeg, steegje |
steeg, steegje:
stegəkə (P196p Veulen)
|
een wegeltje tussen twee huizen of hagen [ZND B2 (1940sq)]
III-3-1
|