e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veulen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uil uil: øl (Veulen) uil [ZND A2 (1940sq)] III-4-1
uitglijden uitschrankelen: owətsgraəngələ (Veulen) uitglijden (b.v. over een aardappelschil) [ZND B2 (1940sq)] III-1-2
uitwerpselen van koeien flater: flātǝr (Veulen), koeienvlaai: kuwǝflāj (Veulen) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
urineren zeiken: zēkə (Veulen) zeiken [ZND A2 (1940sq)] III-1-1
vaatdoek schotelslet: Och dat schòttelslet, da mikt zó mennig ki‰ndje net:Voordat de kinderen naar school gingen, werd dikwijls nog even met een \"vaatdoek\"door het gezicht gewreven, om het ergste vuil eraf te vegen  schòttelslet (Veulen) vaatdoek III-2-1
vademen indoen: ęjnduwn (Veulen) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
valgordijn, rolgordijn valgordijn: valgerdien (Veulen) valgordijn III-2-1
vals spelen foetelen: fū:tələ (Veulen) Bedriegen bij het spel (vals spelen). [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
varen varen: op zeͅj voͅərə (Veulen, ... ) op zee varen [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
varken van drie tot vijf maanden mestvarken: mē̜stvē̜rkǝ (Veulen) Een halfvet varken van 50 tot 80 kg. Volgens het WNT (III, 1 p. 1460) is een broeiling een "speenvarken", eigenlijk een "varken geschikt om te broeien". Het gaat hier dus om een varken dat zo goed als slachtklaar is. [N 76, 3d; JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 19, 8; L 37, 49f; N 19, 4a; A 4, 4b; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12