e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 1439
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kalkkuil leskuil: lø̜skul (Veulen) De kuil of put waarin men het in de kalkbak aangemaakte kalk-watermengsel laat lopen om te bezinken. In L 318b werd de term 'kalkkuil' ook in een iets andere betekenis gebruikt. Daar werd vroeger voor het bereiden van metselkalk op het erf een kuil gegraven waarin ongebluste kalk werd gestort. Vervolgens werd water toegevoegd, waarna door goed roeren met de roerhaak een stevige brij ontstond. Het geheel werd afgedekt met geel zand. Alvorens de kalk te gebruiken, werd het zand met de brij vermengd. Het uit de kalkbak laten wegvloeien van het mengsel werd in Q 121 'aflaten' ('āflǫsǝ') genoemd. [N 30, 32e; monogr.] II-9
kalven kalven: kalvǝ (Veulen) Een kalf ter wereld brengen, gezegd van de koe. [JG 1a, 1b; N 3A, 46; S 16; L 1a-m; monogr.] I-11
kam kam: ka.mp (Veulen), kamp (Veulen) kam [ZND B1 (1940sq)] || kam, kammen (mv.) [ZND A1 (1940sq)] III-1-3
kamer kamer: Ien de kamer stón neej stuËl : (= neutraal) Hij is óp zien kamer: (= persoonsgebonden )\'t Oeëg van vrow mekt de kamer zËver: Eigen toezicht boekt het meeste resultaat  kamer (Veulen) kamer III-2-1
kammen kammen: køͅmmə (Veulen) kammen (ww.) [ZND A1 (1940sq)] III-1-3
kanaal kanaal: kənoͅəl (Veulen) een vaart [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
kandelaar kaarsenstander: kersestender (Veulen, ... ), kandelaar: kândeler (Veulen, ... ) kaarsenstandaard || kandelaar III-2-1
kandijsuiker borstklont: baorskloont (Veulen), borstsuiker: baorssoeker (Veulen), kandijsuiker: kândeej (Veulen), kândeejsoeker (Veulen) bruin/zwarte kandijklontjes || kandij || kandijsuiker || witte en bruine kandijsuiker III-2-3
kaneel kaneel: t laeve is n pi‰p kenieël, ieder lekt r an en kriegt zien dieël (pseudodefinitie van het leven)  kenieël (Veulen) kaneel III-2-3
kap huif: huif (Veulen) Dat deel van de klomp dat zich boven de voorvoet bevindt. Zie ook afb. 257. Bij de hoge klomp loopt de kap tot boven de wreef door, bij de lage klomp is de kap veel lager en korter. [N 97, 30; monogr.] II-12